Kransje van letter-bloempjes, voor Neerlandsch jufferschap
(1790)–Gerrit Manheer– Auteursrechtvrij
[pagina 13]
| |
Ik smeek vergeefsch, helaas! ik zucht,
Doch Philis blijft mijn smart verachten.
o Wreede! die mij steeds ontvincht,
Moet ik van enkle min versmagten!
o Venus zoon! bevallig wicht,
Ach tref haar hartje met uw schicht.
De morgezon rijst in het oost,
Maar ach! helaas! bij idre morgen,
Groeit mijn verdriet, ik vind geen troost,
Maar elke morgen, baard mij zorgen,
o Venus zoon! bevallig wicht,
Ach tref mijn Philis met uw schicht.
Vergeefsch zoek ik, wanneer Diaan'
Haar zilver strooit, en zij haar luister;
Haar' glans verspreid op bloem en blaân,
Vertroosting in het scheemrend duister.
o Venus zoon! bevallig wicht,
Tref Philis hartje met uw schicht.
| |
[pagina 14]
| |
Zult gij dan eeuwig, Engelin,
Uw minnaar vrugtloos laaten smeeken!
Daar hij, van ongeveinsde min,
Zijn tedren boezem voeld ontsteken?
o Venus zoon! bevallig wicht,
Ach tref haar hartje met uw schicht.
G.M.
|
|