Boet-zangen ter gelegenheid en gedachtenis van den geduchten water-vloed des jaars MDCCXCIX
(1799)–Adrianus Mandt– Auteursrechtvrij
[pagina 22]
| |
Eerste Couplet.Aanbiddelyke Majesteit!
Gy heerscht, op vryen wenk van onbegrensd vermoogen,
Door 't ongemeeten rond der wyde hemel - boogen;
Den teugel van 't heel - al stiert Gy, met wijs beleid.
Deeze aarde, een stip van uwe werken,
Doet Ge ook het grootsch bestek van magt en goedheid merken.
| |
Vierde Couplet.Gij werd, mijn fchuldig Vaderland!
Gewaarschouwd, door een reeks van wel-verdiende plaagen,
Die 't merk van strenger straf, op 't dreigend voorhoofd, draagen.
Hoe deerlijk is uw lot; hoe veeg is thands uw stand;
Wil God, door 't scholpend nat der stroomen,
Uw vuigen wrevelmoed ellendig om doen koomen.
| |
[pagina 23]
| |
Vyfde Couplet.'t Zo vast-bevloerde water-vak,
Wen 't, op zijn ijz'ren rug, de zwaarste lasten duld'de,
Het warm gevoel van 't hart met kille vrees vervulde;
Dat ijslijk ijs gevaarte aan duizend stukken brak,
Gedrukt door 't zwaar gewigt der zonden,
Om 't stugge zondaars-hart Gods wraak-roê aan te konden.
| |
Negende Couplet.Daar zwicht en vlucht een laage stulp,
Van haaren grond gesneên; ginds vallen hooger daken,
Die zwemmend ongeluk soms 't roerloos voertuig maaken.
Des landmans have en hoev' ziet vruchtloos uit om hulp;
Nu 't woest geklots der slaande golven
Zijn weggevoerde vee houdt in haar vloed bedolven.
| |
Tiende Couplet.Hier zit verkleumde en bange vrees,
Door honger uitgeput, op tak en top der boomen;
Daar doet haar 't wagg'lend dak het schriklijkst noodlot schroomen.
Wen 't kletterend gedruis den hollen afgrond wees,
Werd ginds de band der echtelingen
Van een gescheurd, in 't schuim van grijze water-kringen.
| |
[pagina 24]
| |
Twaalfde Couplet.'t Van een gereeten ouder - hart
Beweent 't ontroofde kroost, met rood bekreeten oogen;
De wees zijn hulp en troost, hem door den stroom onttoogen.
Elk klaagt der slaande hand het bitter van zijn smart.
De vaale dood ontziet geen standen;
Nu hij, op 't hollend ros, het menschdom aan koomt randen.
Muzyk - kundigen, ten welker gevalle deeze verandering allen gemaakt werd: (want anders kunnen de Coupletten, zo als ze eerst gesteld zyn, blyven;) zullen de reden der zelve ontdekken, by 't slot van elk eenen derden regel; daar hier, volgends 't Muzyk, door L. Frischmuth gecomponeerd, eene wachting, en dus, ten minsten, een vol - zin gevorderd wordt; gelyk in de negen overige Coupletten is waargenoomen. Men houde, by 't zingen en speelen der drie zangen, in 't oog, dat de zachte e, welke in de volgende vocaal, of klink-letter insmelt, moet achterwegen gelaaten worden. |
|