Het schilder-boeck
(1969)–Karel van Mander– Auteursrechtelijk beschermdDen Pouw.Den Pouw wijst aen d'oneere des Rijckdoms: want als den Pouw tenGa naar voetnoot* moysten is, met zijnen opgheheven openen steert, is hy alleen schoon van vooren, maer niet van achter, oock niet schoon van voeten. So oock den Rijckdom ghelijckt wel schoon: maer sietmen somtijts te rugge, hoe hy vercregen wort, so is het dickwils schricklijck en leelijck om aensien. Eenen ouden Pholylides seght, t'goet doet hooghmoedigh zijn, en t'quaet doen menichvuldight. Om dit uyt te beelden, most den Pouw met verheven steert, eenen voet om hoogh heffen. Den Pouw wijst aen den hooghmoet: want als hem veel staen,Ga naar voetnoot* en besien, rijst hy den steert. Sijnen steert alleen, bewijst d'ongestadicheyt des rijckdoms:Ga naar voetnoot* want desen steert valt met t'vallen des loofs, en wast met het wassen. |