Het schilder-boeck
(1969)–Karel van Mander– Auteursrechtelijk beschermdDe Swaen.De Swanen, die eenighe seggen wel te singen, bysonder in den ouderdom, worden geleken by den Poeten, die in den ouderdom best dichten. Van dit singenGa naar voetnoot* der Swanen weet Plinius niet te schrijven: oock en vindtmen hier te lande schier geen Voghel, die soo weynigh gheluyt gheeft. Het moeten in Griecklandt eenighe ander zijn gheweest. De Musijcke wort uytghebeeldt met eenGa naar voetnoot* deel Swanen, op den Oever van een Vliet singhende, zijnde verweckt door eenen Zephyrus, te weten, een kindt datter by staet, hebbende vleughelen, en blaest bloemkens uyt: want die Swanen ginder in verre landen schijnt singhen seer soet, als den Westen wint waeyt. |