Het schilder-boeck
(1969)–Karel van Mander– Auteursrechtelijk beschermdHet Peerdt, en zijn beteyckeninghe.Den Krijgh wort met het Peerdt beteyckent, nae der Poeten meeninghe,Ga naar voetnoot* als het bequaemste Dier tot den Krijgh, wesende een moedigh, vreesloos, sterck, en snel Dier. Een man der reden gehoorsaem, wort beteyckent met t'gebreydelt Peerdt.Ga naar voetnoot* S'Menschen vluchtigh leven, wort met half Man half Peerdt afgebeeldt.Ga naar voetnoot* Met t'vlieghende Peerdt, wort gherucht beteyckent, t'welck vlieght, enGa naar voetnoot* doet de Borne der Sang-Goddinnen vloeyen, dat is, verweckt den Poeten te singhen den lof der vermaerde Mannen. | |
[Folio 128v]
| |
Den oncuyschen Mensch, wort by den Centaure beteyckent: want (seghtGa naar voetnoot* een) alle Mensch is geen Mensch: want een die hem tot ondeught begheeft, is een Peerd mensch. |