Het Herder Pijpken
(1603)–Karel van Mander– Auteursrechtvrij[GHeloove, hope, liefde groot]Een nieu Liedt, nae de wijse: Marienbourgh ville playsant.
Ga naar margenoot+GHeloove, hope, liefde groot,
Blijven nae Schrifts oorconden,
Maer door ghebreken vinde ick my bloot,
Dat moet ick Gode vermonden,
Ga naar margenoot+Met alle die fijn
Ghesont zijn in t’Geloove, en lijdtsaem zijn.
Ga naar margenoot+Met Daniel soo biechte ick my
En bekenne mijne zonden,
O Godt, wilt my behouden vry
Door Christum t’allen stonden,
Met alle die fijn
Ghesont zijn in t’Geloove, en lijdtsaem zijn.
Godt my met gherechticheyt cleyt,
Op dat ick niet verwesen.
Ga naar margenoot+Zy, met den knecht die sonder bescheyt
Quam ter maeltijdt ghepresen,
Met alle die fijn
Ghesont zijn in t’Geloove, en lijdtsaem zijn.
Voor ongheloove my bewaert
Ga naar margenoot+En eyghen wijsheyt schadich,
Ga naar margenoot+Met uwen Gheest laet my ghepaert,
Ga naar margenoot+Om u te volghen weldadich,
Met alle die fijn
Ghesont zijn in t’Geloove, en lijdtsaem zijn.
Met die haer stooten aen het Woort
| |
[pagina 261]
| |
Laet my niet zijn bevonden,Ga naar margenoot+
Dat ick u deuchden met accoort
Vercondighe t’allen stondenGa naar margenoot+
Met alle die fijn
Ghesont zijn in t’Geloove, en lijdtsaem zijn.
Behout my Godt by uwen OutaerGa naar margenoot+
Int huys uwes uytvercoren,Ga naar margenoot+
Dat ick niet en wijcke van u woort claer,Ga naar margenoot+
Maer tot den Gheloove behoore,
Met alle die fijn
Ghesont zijn in t’Geloove, en lijdtsaem zijn.
Och Godt gheeft my een hope reyn,
End’ een deuchdelijck leven,Ga naar margenoot+
Dat werdt van u gheloont certeyn
Die haer tot u begheven,
Met alle die fijn
Ghesont zijn in t’Geloove, en lijdtsaem zijn.
Stort in my Godt u liefde goet
Door uwen Gheest ghepresen,
Alsdan sal my de hope soetGa naar margenoot+
Niet beschaemt laten wesen,Ga naar margenoot+
Met alle die fijn
Ghesont zijn in t’Geloove, en lijdtsaem zijn.
Laet my niet treuren sonder voorspoetGa naar margenoot+
Met den Godtloosen volcke,Ga naar margenoot+
Die geen hope en hebben vroetGa naar margenoot+
T’openbaren in de wolcke,Ga naar margenoot+
Met alle die fijn
Ghesont zijn in t’Geloove, en lijdtsaem zijn.
V lief te hebben uyt alle mijn cracht,
| |
[pagina 262]
| |
Ga naar margenoot+Godt ghy eenighe Heere
Sterckt my, dat ick dach ende nacht
V alleen diene end’ eere,
Met alle die fijn
Ghesont zijn in t’Geloove, en lijdtsaem zijn.
Ga naar margenoot+Een bernende liefde met der daet
Ga naar margenoot+Laet elcken van my spooren,
Als die uyt onverganckelijck zaet
Ga naar margenoot+Wederom ben ghebooren,
Met alle die fijn
Ghesont zijn in t’Geloove, en lijdtsaem zijn.
De liefde den naesten geen quaet en doen
Maer vervult Wet en Propheten,
Ga naar margenoot+Alle die u lief hebben vroet
Openbaert ghy uwe secreten,
Met alle die fijn
Ghesont zijn in t’Geloove, en lijdtsaem zijn.
Ga naar margenoot+Godt schept in my een herte reyn,
Ga naar margenoot+Laet u Gheest by my blijven,
Dat Gheloove, Hope certeyn,
Ga naar margenoot+En liefde my beclijven,
Met alle die fijn
Ghesont zijn in t’Geloove, en lijdtsaem zijn.
Door P.T. |
|