Het Herder Pijpken(1603)–Karel van Mander– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 2] [p. 2] Tot den Sangher. Sonnet. WT den Lusthof, des Herders hier versaemt, Dit Pijpken cleen, om u daer troost in rapen Int droevich velt, neemt danckich, ghy zijn Schapen, Mijn werck, t’welck niet van my doch is geraemt, Maer dat my self tot onderwijs betaemt Dat ick met u den Herder mocht verknapen End’ onachtsaem sijn weyde niet verslapen: Maer soo veel hier, het mijn mach zijn ghenaemt, Dat gheef ick milt, een yegelijck te vooren Bysonder die met lust de stemme hooren, Des Herders, die sijn Schaepkens kent gewis: Begheer alleen voor mijnen arbeyt grondich, Dat zo vermijdt t’ijdel misbruycken sondich En recht bedocht zyt om dat noodich is. Vorige Volgende