Humor in die algemeen en sy uiting in die Afrikaanse letterkunde

[p. 249]

Stellingen.

I.

In het Ndl. Woordenboek is slechts het minst belangrijke deel van het begrip humor gedefinieerd en passen bovendien sommige voorbeelden nauwelijks bij de gegeven definities.

II.

Het onderscheid, dat Harald Höffding in Den store Humor (vertaling van Heinrich Goebel: Humor als Lebensgefühl) maakt tusschen kleinen en grooten humor, door ze respectievelijk bij ‘Einzelgefühl’ en ‘Gesamtgefühl’ in te deelen, is minder bevredigend.

III.

Humor is een modern verschijnsel.

IV.

Tragiek is geen absolute grens voor humor.

V.

Gustav Becker in Die Aufname des Don Quijote in die englische Literatur (Palaestra XIII p. 122 vlg.) spreekt te beslist van ‘Nachahmung’ door Henry Fielding.

IV.

De crisis in de gevoelsverwijdering tusschen Vondel en Hooft ontstond door het gedrag van Vondel tijdens de Brusselsche zaak.

VII.

Verwey's beschouwing in De Beweging, 7e Jrg. II, bladz. 205 vlg., van Vondel's Jephta als de held, die, tegen zijn belezers in, aan zijn heiligste gelofte ten koste van zijn diepste menschelijkheid durft trouw blijven, houdt niet rekening met Vondel's godsdienstige opvattingen.

[p. 250]

VIII.

De verklaring die R. Jacobsen in zijn proefschrift over Carel van Mander, p. 144, noot 1, geeft van het woord steeek in Het Schilderboeck, is onaannemelijk.

IX.

Als normale uitspraak van ij en y, althans in het oudere werk van P.C. Hooft, is geen tweeklank aan te nemen.

X.

Guðrúnarkviða
I, str. 15:
Þa hné Guðrún
hǫll við bolstri,
haddr losnaði,
hlýr roðnaði,
en regns dropi
rann niðr um kné.

Men versta in de eerste regels een voorover zinken van Guðrún tegen het kussen dat Gullrǫnd voor haar knieën geschoven heeft. (vatt vengi fyr vffs knjám - str. 13.)

XI.

Hildebrandslied 25, 26:

her was Ôtachre	ummet tirri
degano dechisto	miti Deotrîchhe

Voor tirri lees met Wackernagel tiuri.

XII.

De verdeeling van het verspaar in regel 61 van het Hildebrandslied moeten wij als volgt aannemen:

hwerdar sih hiutu dero hregilo	rûmen muotti,
erdo desero brunnôno	bêdero uualtan.