Den Lusthof der gheestelicke oeffeninghen
(1617)–Lodewijk Makeblijde– AuteursrechtvrijGroetenisse.
| |||||||||||||||||||
[pagina 420]
| |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Onder-wijsinghe tot dese Meditatien.Om dit wel ende profijtelick te mediteren, ende het eynde van dese meditatien te verkrijghen, het welck is: te komen tot de kennisse Godts, om hem te beminnen; ende tot de kennisse ons selfs, om ons te verootmoedighen: Soo moeten wy dese vier punten bemercken. Ten eersten, Welck dat het officie van eenen Vader, Koninck, Bruydeghom, Herder, Verlosser, Medecijn, ende Rechter is. Ten tvveeden, Hoe volkomelick dat Godt, elck officie der voorseyde, tot ons bedient heeft; soo dat hy wel bijsonderlick dese tijtelen draghen mach. Ten derden, Welck dat het officie van eenen Sone, Onder-saet, Bruydt, Schaep, Ellendighen, Siecken ende Misdadighen is. Ten vierden, Hoe dat wy, nae de groote middelen die wy gehadt hebben, ons in dese | |||||||||||||||||||
[pagina 421]
| |||||||||||||||||||
conditien tot Godt ghedraghen hebben. Bekennen onse schuldt. Een vast opset maken van ons te beteren, ende dat Godt met een oodtmoedich herte op-offeren. | |||||||||||||||||||
Verclaringhe der hoofdt-stucken deser meditatien.1. Vader ende kindt.HEt officie van eenen Vader is: 1. Sijn kinderen van kost ende kleederen te onderhouden. 2. Hen tot goede manieren ende alle deught te onder-wijsen. 3. Van het quaedt te berispen ende te kastijden. Het officie van een Kindt is: 1. Sijnen Vader te beminnen. 2. Behoorlicke eere te bewijsen. 3. Ghewillichlick ghehoorsaem te wesen. | |||||||||||||||||||
2. Koninck ende ondersaet.Het officie van eenen Koninck is: 1. Sijn ondersaten in peyse te regeren. 2. Hen teghen alle vijanden ende oproerders te beschermen. 3. Te sorghen dat sy voor-spoedt mogen hebben. Het officie van eenen Ondersaet is: 1. Sijnen Koninck te beminnen ende te eeren. 2. Tribuyt te gheuen. 3. Ghehoorsaem te wesen, ende sijn ordonnantien te onderhouden. | |||||||||||||||||||
[pagina 422]
| |||||||||||||||||||
3. Bruydeghom ende Bruydt.Het officie van eenen Bruydegom is: 1. Sijn Bruydt uyt liefde dickwijls besoecken 2. Alle lieflickheydt des ghelaets, ende opentheydt des herten haer toonen: ende haer somtijden met discretie proeuen ende oeffenen. 3. Soo dickwijls als hy haer komt besoecken, verscheyden ghiften ende kostelicke presenten gheuen: ende als hy wech gaet, meer beloovende haer troosten, vermaken ende na hem doen verlanghen. Het officie van eene Bruydt is: 1. Haren Bruydegom beminnen, prijsen, eeren, ende met gantscher affectie ghehoorsaem wesen. 2. Gheerne by hem zijn, ende dan alle liefde hem bewijsen. 3. Hem ghetrouwe wesen, altijdt op hem peysen, ende na hem verlangen. | |||||||||||||||||||
4. Herder ende schaep.Het officie van eenen Herder is: 1. Sijn schapen te kennen, te beminnen, ende by een te houden. 2. De selue goede weyden te besorghen, ende voor te gaen 3. Met perijckel sijns leuens teghen de woluen te beschermen. Het officie van een Schaep is: Sijnen herder te kennen, ende sijne stemme te hooren. 2. Sijnen herder te volghen. 3. Hem, met al dat het heeft, profijtich te wesen. | |||||||||||||||||||
[pagina 423]
| |||||||||||||||||||
5. Verlosser ende ellendighen.Het officie van eenen Verlosser is: 1. Hertelicke bermherticheydt ghevoelen tot den ellendighen. 2. Arbeyden om hem te verlossen. 3. Gratie voor hem verkrijghen, oft selfs hem gheuen. Het officie van eenen Ellendighen is: 1. Sijn eyghen miserie bekennen. 2. Versoecken troost ende verlossinghe. 3. Dancbaer zijn tot sijnen verlosser met der herten, met woorden, ende wercken. | |||||||||||||||||||
6. Medecijn ende siecken.Het officie van eenen Medecijn is: 1. Den siecken, die hy onder-handen heeft, te besoecken. 2. Bequame medecijnen te ordonneren. 3. Den patient goeden moedt te gheuen, ende te troosten. Het officie van eenen Siecken is: 1. Den Medecijn de gheheele ghesteltenisse sijnder kranckheydt te verclaren. 2. In alles hem ghehoorsaem te wesen. 3. De pijnen der sieckte verduldichlick te verdraghen. | |||||||||||||||||||
7. Rechter ende misdadighen.Het officie van eenen Rechter is: 1. Die misdaen heeft, vast te doen bewaren. 2. Hem scherpelick te ondersoecken. 3. Na de grootte der misdaedt te straffen. Maer Godt heeft al bermhertelicker met ons ghehandelt, ende in sijne straffe, en heeft sijnder goedtheydt niet vergheten. | |||||||||||||||||||
[pagina 424]
| |||||||||||||||||||
Het officie van eenen Misdadighen is: 1. Sijne schuldt oodtmoedelick bekennen. 2. Met betrouwen om ghenade bidden. 3. De straffe, sulcks als sy is, met goeder herte ontfanghen, belouen beteringhe, ende die metter daedt volbrenghen. | |||||||||||||||||||
Vermaninghe.DEse Meditatien konnen ons dienen, voor de communie, ende in den heylighen tijdt van den Aduent: Als wy vraghen: wie is hy, die wy willen ontfanghen, oft die tot ons is komende? ende wy andtwoorden, het is ons Vader, Koninck, Bruydeghom, Herder, Verlosser, Medecijn, Rechter: ende soo elcke meditatie vervolghen. |
|