O Heere, door uwe banden verlost my uyt de ketenen der sonden; ende bindt my met uwe minne aen v: ontschuldight my oock voor uwen hemelschen Vader, door alle de valsche ghetuyghenissen, die ghy ghedurende v lijden voor my gheleden hebt.
O Heere, door u binden aen de colomne, bindt my vast, met de banden uwer gheboden, ende maeckt dat ick onueranderlick in de oeffeninge der deughden mach voordtgaen.
O Heere, vertroost my door uwe pijnelicke gheesselinghe, gheneest my door uwe wonde, wast my in v dierbaer bloedt: verciert my in het onreyn bespouwen van v aenschijn; ende door de doorne croone die v ghebenedijdt hooft allessins door-steken heeft, wilt met de schichten uwer liefde, alle de krachten mijnder siele door-wonden.
O Heere, verlost my in den tijdt van v strengh oordeel, door de onrechtveerdighe oordeelen, die ouer v ghegheuen zijn geweest.
O Heere, verlicht my van het schadelick pack mijnder ghebreken, door het pijnelick draghen van v swaer cruyce; ende door het iammerlick nederworpen van v teer lichaem op den cruyce, wilt mijn siele in de ure mijnder doodt, in uwe ghenadighe armen ontfanghen.
O Heere, beschermt my van alle bekoringen, door v cruyce; vermaect mijn siele, door uwe gratie, in uwen bitteren dranc; ende door uwe doot