Alsof ik het rook
Mij maakte ze niks wijs. Ik wist altijd precies waar ze was geweest, met wie, en wat ze had gedaan. Alsof ik het rook. En soms was dat ook echt zo, soms rook ik hem gewoon. Of ik proefde hem: als ik haar kuste in haar hals of tussen haar borsten, als ze naast me lag in bed, nadat ze een avond met hem was geweest, dan proefde ik zijn zweet op het puntje van mijn speurende tong. ‘Bah, zout’, zei ik dan. En zij maar lachen en gelukkig zijn, stralen: ‘Ja, ik heb gezweet. Hard gefietst.’ Mijn schat. Dat lachje van haar, die valsverliefde ogen, dat handje door mijn haar: ‘Kom schatje, geef kusje.’ Die wijfjes-show van haar, dat verraderlijk gespin. Ze dacht werkelijk dat ik gek was, dat ik haar geloofde, dat is nog wel het ergste. Ja, schatje gaf wel kusje, ik wel, maar schatje wist heus wel beter. Doodknuffelen zou ik haar, doodkussen, mijn Doornroosje.
‘Was het lekker vanavond, meisje?’
Dan verstijfde ze. ‘Begin nou niet weer, ik kan er niet meer tegen.’
Zij kon er niet meer tegen; ik wel. ‘Wat is er meisje?’ vroeg ik dan, liever en onnozeler en subtieler dan zij met haar hele poespas ooit zou kunnen. ‘Wat is er, ik vraag alleen of het leuk was.’
‘Je zei niet “leuk”, je zei “lekker”, of het lekker was vroeg je, of ik lekker met hem geneukt heb, dat bedoel je toch.’
En ik zei dan dat ik me had versproken of dat ik het eten bedoelde, of het eten lekker was, of ze lekker met hem had gegeten. Of ik zei: ‘Ja, ik bedoel ook “lekker“, of dat lekker is zo'n avondje eruit, zo'n avondje uit de sleur, lekker zonder mij, of dat opkikkert, dat bedoel ik.’ Je kunt daar avonden mee vullen, met zo'n halve aanklacht en de ontkenning ervan. Jij komt wel niks te weten maar zij kan jou ook niks echt verwijten en ondertussen heb je het toch maar mooi gezegd, weet zij dat je niet achterlijk bent, dat ze verdomd goed moet uitkijken. Daar wordt ze gek van. En we hebben daar ook heel wat avonden mee gevuld, in het begin. Dat eindigde altijd met een vijandig zwijgen, waarbij we beiden op onze zij gingen liggen, de ruggen naar elkaar, wakker tot diep in de nacht.