Praeludium(1941)–Loe Maas– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 49] [p. 49] Viola d'amore Van alle droomen moet ik keeren stiller, lijk een man die naar genadeoord gaat pelgrimeeren hoopvol. Schuilt in elk gebaar van brooze handen niet begeeren naar het zeekre wonder? Maar de reis gaat over. 't Wederkeeren is een willoosheid die zwaar van rust wordt. En hij denkt en lacht. Want in hem rijst een vreemd verblijden om andrer vreugde, en, onbewust, vindt hij in dit bedenken lust: dat hij aan andren kan bereiden wat hij zich zelf had toegedacht. Vorige Volgende