1
Wat is er eigenlijk voor vreemds aan dat een vrouw cello speelt? Ze houdt hem tussen haar benen, zegt meneer Brom van boven, en dat vind ik op zijn zachtst gezegd: nu ja. Het is gewoon geen gezicht, meent juffrouw Smulders kort en bondig en ze krabt zich met de breipen fanatiek de smalle schedel. Vrouwen hebben geen kracht, oordeelt kapitein Van Beesd, en daarom moeten ze geen cello spelen. De kapitein kan het weten, want hij was in dienst kapelmeester, en hoeveel vrouwen hebben al niet met cellen en kapellen te maken gehad? Vreemd, vreemd? vraagt de student Vosmaer, och, wat is vreemd? Maar het is niet esthetisch, geloof ik. Aan de andere kant, wat is esthetisch? Ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is, zegt mevrouw Fiolet, de hospita, maar als het u hindert...
Nee, nee, nee, nee, antwoorden alle vier. En ze