Voncken der liefde Jesu
(1687)–Jan Luyken– Auteursrechtvrij
[pagina 34]
| |
[pagina 35]
| |
Myn Koninckryck en is niet van dese Wereldt. Joh. 18, vers 36.
Het Niet weegt swaarder als het Iet,
Dat is een wonder, die het siet;
Hoe kan 't een wereldling bevatten?
Noch echter is het klaar en waar,
En voor de wysen openbaar,
Die trachren naa verborge schatten.
Het Iet om hoog, en 't Niet om laag,
Dat is een wonderlyke waag,
En onbegryp'lyk voor de sinnen,
Die haar begeerte knopen vast,
Aan alles wat men siet en tast,
En 't aartsche voor het hemelsch minnen.
Maar 't edele verlicht gemoet,
Met vast Geloof, en Hoop gevoet,
Siet met bedaartheyt swaarder wegen,
Dat voor de wereld is een Niet,
Om dat men 't met geen ogen siet,
Een Iet, daar 't al in is gelegen.
En daarom sijnse dwaas en sot,
En voor de wereldling bespot,
| |
[pagina 36]
| |
Maar voor den Hemel sijnse wysen,
By wie d'onsichtbaare Ewigheyt,
Het sichtbaar wesen deser tydt,
Met zyn gewicht, als kaf, doet rysen.
Want dese wereld gaat voorby,
En 't Eynde schuyft haar aan een zy,
Soo door de Doot, als in 't Gerichte;
Maar 't Wesen dat men hier niet siet,
Verandert nooyt, noch ewig niet,
Dat is een groot en swaar gewichte.
Het hiet een Niet, en 't is het Al,
En meer als imand spreken sal,
Waar uyt het alles quam te voren,
Wat ooyt, of ooyt, het oog besach,
Wat is, of was, of komen mach,
't Is al uyt dese grondt gebolen.
Daarom ô blinde wereld ling,
Al is't, voor u, een wonder ding,
En ook belachg'lyk voor uw sinnen,
Het is voor hem soo wonder niet,
Die uyt verklaarde ogen siet,
Om 't ware goedt, voor schyn te winnen,
Geluckig sijnse die 't beminnen.
| |
[pagina 37]
| |
Heylig Antwoordt.En hebt de wereld niet lief, noch 't gene in de wereld is: soo iemand de wereld lief heeft, de liefde des Vaders en is geerlykheydt des vlesches, en de begeerlykheyt der oogen, en de grootsheyt des levens, en is niet uyt den Vader, maar is uyt de wereld. En de wereld gaat voorby, en haar begeerlykheyt: maar die den wille Godts doet, blyft in der Ewigheyt. 1 Johannis. cap. 2. vers 15,16,17. |
|