De schriftuurlyke geschiedenissen en gelykenissen, van het Oude en Nieuwe Verbond(ca. 1977)–Jan Luyken– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina XXXV] [p. XXXV] Op de afbeelding Van Joannes Luiken Integer vitae. Dus was Jan Luiken in zyn Leven van gelaat. 's Mans deugd en konst en geest verbeeldmen in geen Plaat. Die Fenix-ëtser, vol geloove en mededogen En Christeliefde, heeft zyn zaligheid gewrogt. Zulk Zielgewaad verdooft goud, purper, zegebogen, En maakte hem Gods vriend, gereed ten hemeltogt, Een stigtlyk Digter, en een Kruisheld, en een Heilig, En geestlyke Adelaar in 't ligt der hoogte veilig. Sylvius. CIƆ IƆ CC XII. Anders. Zoo greep de Konst, en houd ons nog op dit papier, De Bruine scháduw staan, van Luikens leemen hutte: Met hy daar uit (als hem niet langer meer ten nutte) Geváren was regt op ten Hémel in, van hier. Het zédig wezen, (zoo hy al te spaarzaam sprak) Word wel beantwoord, van zyn Plaaten en Gedigten, Die net en mals, nog veel Godvrugte Zielen stigten, En dus vergoeden, wat aan tonge, en mond ontbrak. Cornelis van Eeke. Vorige Volgende