Het leerzaam huisraad
(1977)–Jan Luyken– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 146]
| |
Weg Stof en Vuilis.
Dewyle dan deze dingen alle vergaan, hoedaanige behoord gy te zyn in heiligen wandel en godzaligheid: Verwachtende en haastende tot de toekomste van den dag Gods, in welken de Hemelen door vuur ontsteeken zynde zullen vergaan, en de elementen brandende zullen versmelten? 2 Petrus III: 11, 12.
| |
[pagina 147]
| |
Op Figuur XLI.
Verwacht men maar een eerlyk Man,
Men veegt het huis met beez'men an:
Hoe word het Hert dan zo bevonden?
Dat waare Woonhuis, daar de Ziel,
Nu Jaaren lang zyn wooning hiel,
By vuiligheid en stof der zonden!
Word zo ontdaan, en onbereid,
Die alderhoogste Majesteit,
Die Herte en Nieren kan beproeven,
Verwacht, terwyl men leedig zit,
Wat snoode acht'loosheid is dit!
Hoe verre wykt dit van 't behoeven!
Waakt uit dien onlust, traage Ziel,
Eer schande en schade u overviel.
| |
Lukas XII: 45, 46.Maar indien dezelve dienstknecht in zyn herte zoude zeggen, Myn heere vertoeft te komen, en zoude beginnen de knechten en dienstmaagden te slaan, en te eeten en te drinken, en dronken te worden. Zo zal de Heere des zelven dienstknechts komen ten dage, in welke hy hem niet en verwacht, en ter uure die hy niet en weet: en zal hem afscheiden, en zal zyn deel zetten met den ontrouwen. | |
1 Joannes III: 20, 21.Want indien ons herte [ons] veroordeeld, God is meerder dan ons herte, en hy kend alle dingen. Geliefde, indien ons herte ons niet en veroordeeld, zo hebben wy vrymoedigheid tot God. |
|