Het leerzaam huisraad
(1977)–Jan Luyken– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 92]
| |
Terwyl 't noch vonkt.
En ik zegge, wandeld door den Geest, ende en volbrengt de begeerlykheid des vleeses niet. Galaten V: 16.
| |
[pagina 93]
| |
Op Figuur XXVII.
Daar smeuld een Vuurtje, geef wat lucht,
Zo baard het u zyn schoone vrucht,
Tot warmte of gebruik van 't Eeten:
Doch 't geen dat op uw haardstee legt,
Dat komt, eerlange wel te recht,
Maar dat, daar 't hert van is bezeten,
Dat smeuld en rookt wel jaaren lang,
En raakt niet eensjes aan de gang,
Van branden, en een vlammend leeven:
Dat vuur, van 't overtuigt gemoed,
Dat knaagd en klaagd met zynen gloed,
Dat moest men lucht des leevens geeven.
Maar neen, de Blaasbalk tot de lucht,
Die is verstopt met aardse zucht,
Of legt in eene hoek versmeeten.
Daar is wat anders op de baan,
Om handen aan het werk te slaan,
Zo dat zyn dienst maar blyft vergeeten.
ô Mensch, geef lucht, geef haastig lucht,
Eer gy uw acht'loosheid bezucht,
| |
[pagina 94]
| |
Blaast op, het Vuur van uw geweeten,
Op dat het doorbreek tot een vreugd,
En vlamd van vroomigheid en deugd,
Zo zult gy van de vruchten eeten.
| |
Psalm LI: 13.En verwerpt my niet van u aangezicht: ende en neemt uwen Heiligen Geest niet van my. | |
Lukas XI: 13.Indien dan gy die boos zyt, weet uwe kinderen goede gaaven te geeven, hoe veel te meer zal de hemelse Vader den heiligen geest geeven den geenen die hem bidden? | |
En Kapittel XII: 35.Laat uwe lendenen omgordet zyn, en de kaarsen brandende. | |
Romeinen VIII: 8-14.En die in den vleese zyn en konnen Gode niet behaagen. Doch gy-lieden en zyt niet in den vleese, maar in den Geest, zo anders de Geest Gods in u woond. Maar zo iemant den Geest van Christus niet en heeft, die en komt hem niet toe. | |
[pagina 95]
| |
En indien Christus in u-lieden is, zo is wel 't lichaam dood om der zonden wille: maar de geest is leeven om der gerechtigheid wille. En indien de Geest des geenen die Jezus uit den dooden opgewekt heeft, in u woond, zo zal hy die Christus uit den dooden opgewekt heeft, ook uwe sterfelyke lichaamen leevendig maaken, door zynen Geest die in u woond. Zo dan, Broeders, wy zyn schuldenaars niet den vleese, om na den vleese te leeven. Want indien gy na den vleese leeft, zo zult gy sterven: maar indien gy door den Geest de werkingen des lichaams doodet, zo zult gy leeven. Want zo veele als'er door den Geest Gods geleidet worden, die zyn kinderen Gods. | |
En Kapittel XII: 11.Zyt niet traag in het benaarstigen. Zyt vuurig van geeste. Diend den Heere. | |
Ephezen V: 14.Daarom zegt hy, Ontwaakt gy die slaapt, en staat op uit den dooden, en Christus zal over u lichten. |
|