boven maaten zeer verhoogen, by onze Burgerlyke vaste inwooninge, voor het aanschyn Gods, dat wy hoopen dat ons daar te zaamen behouden brengen zal, uit alle gevaaren dezes jammerdals, op dat wy hem lof en dank toejuichen, ô vrienden hoe groot is deze onze hoop, welks vervulling wy te gemoet zien, naar zo korten tyd als dit haast voorbygaande leven is! des willen wy daar aan vast houden, de Heere helpe ons door zyne genade en goedertierentheid, vaart wel in hem. Dewyl wy dan U L. tegenwoordigheid door beletsel, niet veel en hebben, zo is 't ons zeer lief en aangenaam dusdaanige uitdruksels te verneemen, waar door wy bespeuren dat de genegentheid in de overeenstemmende toeleg op het hoogste en eenige goed, door afscheidinge, niet vermindert, de genade Gods in de heilige naame Jezus helpe U L. daar, en ons hier, en andere elders, om begreepen te zyn in de eenmaal vergadering, van alle de verstrooiden, die vraaggen en jaagen na haar eeuwige Vaderland, en door 't geloove te gemoet zien onze oneindige te zaamenwooninge, en dat dit klein beginsel van maatschappye in een eeuwig duurende vriendschap zal overgezet worden, hier mede lieve Vrienden vaart wel in de genade Gods; dit weinige zy U Lieden maar als een teeken van vriendschap. En alles wat tot eeuwige welvaart diend, zy U L. gewenst.
U E. Toegeneege Vriend en Broeder, in de hoope der Zaligheid.