apocrief / de analphabetische naam(1952)– Lucebert– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 72] [p. 72] [de tabak vormt met de ringvinger zijn lippen] de tabak vormt met de ringvinger zijn lippen de tabak maakt een ring van lippen de tabak maakt een ring van lucht de blauwe lucht is omringd met roodblauwe lippen de tabak heeft een te wijde jas aan de tabak kan in zijn te wijde jas rondrijden hij rijdt op een gekromde pijp een recht gezicht rijdt mee de gekromde pijp rijdt in de geopende lippen het rechte gezicht rijdt in de omringende lucht de tabak is hun gids hij wijst de hoge blauwe lucht aan hij prijst de paarse lage lippen beide zijn blij het gezicht en de pijp zingen de rode lippen dansen om de blauwe lucht en de tabak zacht geurt en lacht Vorige Volgende