apocrief / de analphabetische naam(1952)– Lucebert– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 53] [p. 53] [wij zijn gezichten] wij zijn gezichten wij hebben het licht gestolen van de hoogbrandende ogen of gestolen van de rode bodem ik ben veel vuur veel golven van vuur vissen die stil zijn als het gezicht dat alleen is ik ben veel van steen en vaag als vissen in watervallen ik ben alleen alleen beenlicht en steendood wij zijn gezichten open en rood zijn wij licht zijn wij open wij zijn ontplofbaar ik weet niet wat steen werd ik weet wel wat dood is dood is ik word ik word recht weer ik word geroofd en ben weer echt licht Vorige Volgende