apocrief / de analphabetische naam(1952)– Lucebert– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 39] [p. 39] film in de pupil zittende willoos van doelwit een dier te zijn van zien een stier van cinemafotografie die doorpriemt de prairie met een linnen lieveling van licht zo breekt door de welriekende stilstand de spitse keel van de kans ik rijs langs de trap van trallah per expresse tot een trans er bloeit boven elektrisch fluweel ik verdoof mij daar voor het open voorhoofd voor het voorhoofd van de beminde de beminde die slaapt de beminde die achter grendels grenzen toevouwt en opbergt en barvoets in de gedaante van stralen wegvliegt van de aarde de vertraagde opname van mijn schaduw afpoetst Vorige Volgende