De amsterdamse school(1952)– Lucebert– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 128] [p. 128] [pagina 129] [p. 129] lied tegen het licht te bekijken het is een rustige rustige het is een heldere snaar een mens in de ruimte onder melangolieke haren geschaduwd door de geuren van de gotiese blijdschap is het een lakken pijn of een kortharen pomp waarmee hij zo eenzaam leeft? in de kamer een straal van de maan en dat is een dame met een baard van lila tranen schreit de beschaafde grijze lelie nee nee tis zoon lang lang land met de deur zonder huis lichtkost op de lippen de gekonfijte schacht der spieren gebouwd op muzikale naalden zo is hij eenzaam wat licht er ook dichter bij het licht dan het licht van de ogen dit licht van de ogen is een sobere hand voor de wereld zomer is zijn wapen winter zijn liefkozing en dood de getemde deur leven de wilde loper zo een heldere snaar een mens in de ruimte verbrand en geboren lichtschikkend en zingend Vorige Volgende