Kindergedichten(1914)–G.W. Lovendaal– Auteursrecht onbekend Vorige [pagina 62] [p. 62] Stil van wind. Daar lei een scheepje gemeerd in het Diep. De wind was ter ruste, het watertje sliep En 't scheepje moest liggen tot later; Het spiegelde intusschen voor tijdverdrijf Zijn mast en zijn want en zijn ranke lijf In 't klare kristal van het water. Geputst had de schipper, gegutst had het nat En gangboord en stuurboord en alles was glad En frisch van het stroomende water. Toen floot hij een deuntjen en draaide gezwind Een zon uit zijn zwabber en keek naar den wind, Maar 't wimpeltje druilde: - tot later! Vorige