Kindergedichten(1914)–G.W. Lovendaal– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 60] [p. 60] 't Liedje van de zee. Daar lei een scheepjen al leise Hallo, hallé! Daar lei een scheepjen al leise En zeilree voor de reize, Te dobberen aan de ree; Het scheepje rees, Het scheepje viel, Het watertje kauwerde Onder de kiel: Hallo, hallé! Het liedje van de zee. Daar zat een schipper inne, Hallo, hallé! Daar zat een schipper inne, Die was zoo blij van zinnen, En neuriede lustig mee. Het windje blies Het zeiltje vol En spande het klappend Blond zeiltje bol: Hallo, hallé! Bij 't liedje van de zee. [pagina 61] [p. 61] Maar schip en schipper zijn jaren Hallo, hallé! Maar schip en schipper zijn jaren Begraven in de baren En rusten er saam in vree. En zingt de zee In stillen nacht, Dan klinkt van de reede Zoo treurig-zacht Hallo, hallé! Het liedje van de zee. Vorige Volgende