Kindergedichten(1914)–G.W. Lovendaal– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 49] [p. 49] Het beeldeke. Lief Moesjen, ik zie in jë oogen Zoo'n aardig klein beeldeke staan; Hoe komt het daarin toch getogen, En waar komt dat beeldje vandaan? En blijft het nu altoos daarbinnen En komt het er nimmermeer uit? Wat moet het in 't donker beginnen, Als Moesje haar oogen nu sluit? - Dat beeldeke zit er gevangen En kijkt nu de venstertjes uit, En 't wacht in mijn harte zoo lange, Wanneer ik mijn oogen 'ris sluit. Het is met zoo'n innig behagen Dat ik van dat beeldeke hou, Ik zal het mijn leven lang dragen Hier binnen - dat beeldje van jou. Vorige Volgende