Kindergedichten(1914)–G.W. Lovendaal– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 43] [p. 43] Kraaienspel. Krei! krei! krei! krei! Wat's dat weer voor 'n geschrei Daar boven om den toren? Wat warrel en lawaai je daar Jij, bonte kraaien, door elkaar! Zeg heb je wat verloren? Ze tuimlen van den torenhaan En zeilen af en zeilen aan En zitten nauwlijks weder Of zwenken onder luid getier Om spits en kruis met luchten zwier En roezemoezen neder. [pagina 44] [p. 44] Daar dreunt de klok. Bij dat gerucht Slaat wijd uiteen de zwarte vlucht .... Wat doen de wakkre helden? Ze krijschen luid: wat's dat? wat's dat? En roeien haastig uit de stad Naar buiten in de velden. Buur Japik zei: ze gaan naar school, Maar 'k denk dat is maar apenkool; Wat zou zoo'n zwartkop leeren! Ik denk dat zij eens kijken gaan Hoe mooi de nieuwe peultjes staan En de erwtjes gaan probeeren. Vorige Volgende