Kindergedichten(1914)–G.W. Lovendaal– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 35] [p. 35] Het regent. Het regent, het regent, Het regent dat het giet! Dat weer vindt Moe gezegend, Maar ik, ik vind het niet: Ik kan maar zitten hier in huis! Dat vind ik toch zoo'n bitter kruis! Och gusjes wat verdriet! Het regent dat het giet. Het regent, het regent, Het regent dat het spat! De koemeid zegt: gezegend, 't Geeft boter in het vat, [pagina 36] [p. 36] De groenboer grinnikt ook van schik En zegt, dat maakt den geldbuil dik. Och hoe vervelend dat! Het regent dat het spat. Het regent, het regent, Het regent al te dol! De scheper zegt: gezegend, Het regent witte wol. De schipper ook lacht in zijn baard: Bravo! dat's water voor de vaart! Hoe hou 'k in huis het vol! Het regent al te dol. Vorige Volgende