Kindergedichten(1914)–G.W. Lovendaal– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 8] [p. 8] Zomeravond. De bloemekens staan in den avond Zoo rijk in het guldene licht, Ze vouwen met dauwe zich lavend De blinkende blaadjes dicht; De bloemkens gaan slapen den ganschen nacht En 't windje zal wiegen de bloemkens zacht. En straks als de bloemekens droomen, Van 't geuren en fleuren zoo moe, Dan fluistren de blaren der boomen De bloemekens sprookjes toe, Dan spinnen de sterrekens blinkend twijn En 't maantje weeft alles in zilverschijn. Vorige Volgende