| |
| |
| |
Namenlijst
Acalanthis - vrouwelijke eigennaam. |
Adonis - uiterst schone jongeman van Cyprus, minnaar van Aphrodite (zie ald.). |
Agorakrites - mannelijke eigennaam. |
Amaltheia - nimf die op Kreta de jonge Zeus grootbracht met geitenmelk. Volgens een andere lezing de geit zelf. Uit een hoorn van deze geit maakte Zeus de hoorn des overvloeds. |
Amathonte - in de oudheid een van de voornaamste steden op het eiland Cyprus. Befaamd om tempels aan Adonis en Aphrodite gewijd. Ook Amathus genaamd (zie ald.). |
Amathus - stad op Cyprus, beroemd om de aan Aphrodite gewijde tempel, reden waarom Aphrodite ook wel Amathusia heet. |
Amphitrite - dochte van Nereus, vrouw van Poseidon, zeegodin. |
Anadyomene - schilderij van Apelles (zie ald.): een uit zee oprijzende Aphrodite. |
Anasyrtolis - meisjesnaam. |
Anthis - vrouwelijke eigennaam. |
Antiteukhos -? |
Apelles - de hofschilder van Alexander de Grote. |
Aphrodite - godin van schoonheid en liefde, van oorsprong aziatisch. Later synoniem met Venus. |
Apolloon - (Apollo) god van de akkerbouw en de genezing. |
Ares - zoon van Zeus en Hera, ‘de met bloed bezoedelde’, de gehate en wrede god. Had eens een liefdesavontuur met Aphrodite. |
Artemis - dochter van Zeus, godin van de jacht. |
Astarte - syrisch-phoenicische godin van de liefde, door de Grieken gelijkgesteld met Aphrodite. |
Athenaia - Pallas Athene, de lievelingsdochte van Zeus, die uit diens voorhoofd werd geboren. Godin van de strategie
|
| |
| |
en wijsheid, beschermster van kunsten en wetenschappen. |
Athene - Athenaia of Pallas Athene. |
Attica - het oosten van midden-Griekenland. |
Bacchante - wellustige, dronken volgelinge van Bacchus (Dionusos, zie aldaar). |
Berbeia - vrouwelijke eigennaam. |
Boreas - de noordoosten- of noordenwind. |
Byblis - de dochter van Miletus, die haar eigen broeder zo beminde dat ze volgens Ovidius veranderd werd in een bron. |
Byblis - (Byblos) de huidige stad Jubayl in de Libanon. In de oudheid religieus centrum en tempelstad in Phoenicië. |
Camiros - antieke stad op het eiland Rhodos. |
Charites - de drie gratieën, dochters van Zeus: Euphrosune, Aglaia en Thalia. |
Charoon - stokoude veerman, die de schimmen van de doden over de Styx roeide naar de Hades. |
Cos - (Kos) eiland in de Egeïsche Zee, voor de kust van Klein Azië. |
Damalis - meisjesnaam. |
Damophylos - mannennaam, door Louys gebruikt als naam voor de vader van Bilitis. Hiermee geeft Louys zijn inspiratie bloot, want de hele Bilitis-mystificatie baseerde hij op het levensverhaal van de dichteres Damophyla, zoals hij dat summier bij Philostratos had gevonden. Damophyla = dochter van Damophylos. (Zie ook de inleiding). |
Dionusos - god van de wijn en de ontluikende natuur, zoon van Zeus en Semele, trekt met zijn stoet van Bacchanten en saters door het land om vreugde en vruchtbaarheid te brengen. Bij de Romeinen Bacchus. |
Drachme - antieke griekse zilveren munt: 1/60 mina. |
Drakon - mannelijke eigennaam. |
Dryade - bosnimf. |
Eleusinia - geheime godsdienstplechtigheden te Eleusis (stad
|
| |
| |
ten westen van Athene). |
Epiphenon - speelse verwijzing naar de antieke filosofie van het epiphenologisme: de geest volgt het lichaam, de viriliteit bevrucht de geest. |
Eros - god van de liefde, zoon van Ares en Aphrodite. Bij de romeinen Amor of Cupido. |
Frygië - in de oudheid staat in Klein Azië, later onderworpen door Croesus, koning van Lydië. |
Glaukippes - mannelijke eigennaam. |
Glottis - meisjesnaam. |
Glykera - vrouwelijke eigennaam. |
Gorgo - vrouwelijke eigennaam. |
Gyrinno - meisjesnaam. |
Hades - de onderwereld. |
Hecate - godin van de onderwereld aan wie honden, zwarte lammeren en honing geofferd werden. Beschermgodin van tovenaars en heksen. |
Helena - de allerschoonste; dochter van Zeus, die door Paris geschaakt werd. |
Heliokomis - vrouwelijke eigennaam. |
Helle - vluchtte met haar broer Phrixos weg van haar boze stiefmoeder Ino, op de rug van een vliegende ram met gulden vacht. Viel boven zee van het dier en kwam om in de golven. De zeestraat kreeg daarop de naam Hellespont (nu Dardanellen). |
Helopsychria - eigennaam van een nimf. |
Herakles - (Hercules) zoon van Zeus en Alemene. De sterke. |
Hermes - de zoon van Zeus en een dochter van Atlas, listige en snelle bode. Aan zijn hoed draagt hij vleugels. |
Homeros - de blinde dichter van Ilias en Odyssee, men neemt aan dat hij ca. 800 v. C. in Klein Azië woonde. |
Hypereides - redenaar, leerling van Plato. Pleitbezorger voor Phryne (zie ald.) tijdens haar proces. |
| |
| |
Ionië - Attica (zie ald.) |
Iris - dochter van Thaumas en Electra; overdrachtelijk; de regenboog. |
Iynx - nimf die door Hera (als straf voor het bekoren van Zeus) in een vogel veranderd werd. |
Kallibolos -? |
Kharmantides - mannelijke eigennaam. |
Khios - eiland in de Egeïsche Zee, voor de kust van Klein Azië. |
Kio - naam van de havens van de verdwenen stad Amathus op Cyprus. |
Kition - mannelijke eigennaam. |
Kleoon - volksmenner, demagoog en strateeg in het oude Athene. In 422 v. C. gesneuveld. De naam wordt door Louys alleen als mannelijke eigennaam gebruikt. |
Kokhlis - vrouwelijke eigennaam. |
Kuklopes - eenogige reuzenzonen (cyclopen) van Uranus, vechters in de Titanenstrijd, smeders van de bliksem in de Etna-vulkaan. |
Kupris - andere naam voor Aphrodite (zie ald.) |
Kyse - meisjesnaam. |
Lamprosathes - eigennaam van een sater, wellustig volgeling van Bacchus. |
Lesbos - eiland in de Egeïsche Zee. |
Limnanthis - eigennaam van een nimf. |
Lyde - vrouwelijke eigennaam. |
Lydië - oud westelijk kustland in Klein Azië met als hoofdstad Sardes. Van de Lydische koningen werd Croesus de beroemdste. |
Lykas - mannelijke eigennaam. |
Lyssipos - mannelijke eigennaam. |
Maskhale - vrouwelijke eigenaam. |
Melantho - vrouwelijke eigennaam. |
| |
| |
Melas - rivier in het Taurusgebergte in Pamphilië (Turkije). |
Meliaden - boomnimfen. |
Melia's - veldnimfen. |
Melissa - vrouwelijke eigennaam. |
Melixo - meisjesnaam. |
Milto - vrouwelijke eigennaam. |
Mina - antieke griekse munt: 1/60 talent. |
Mnasidika - vrouwelijke eigennaam. |
Mydzouria - meisjesnaam. |
Myromeris - meisjesnaam. |
Myrrhine - vrouwelijke eigennaam. |
Myrrhinidion - meisjesnaam |
Myrtale - vrouwelijke eigennaam. |
Mytilene - hoofdstad van het eiland Lesbos in de Egeïsche Zee. |
Nais - vrouwelijke eigennaam. |
Najaden - waternimfen. |
Nephele - meisjesnaam. |
Nikias - mannelijke eigennaam. |
Notos - de zuidenwind. |
Obool - antieke griekse munt: 1/6 van een drachme. |
Pamphilië - landstreek in het zuiden van Klein Azië, nu turks. |
Pan - herdersgod van bossen en velden, zoon van Hermes, zwervend door Arcadië, spelend op zijn pansfluit. |
Pannychis - meisjesnaam. |
Parthenis - vrouwelijke eigennaam. |
Pasiphaë - dochter van Perseus; zij trouwde met Minos en bedreef liefde met een stier uit diens kudde, uit welke escapade de minotauros geboren werd. |
Peloponesus - het grootste schiereiland in het zuiden van Griekenland. |
Pergama - het huidige Bergama, Klein Azië. Ook de naam
|
| |
| |
van de citadel van Troje en soms als synoniem voor Troje gebruikt. |
Persephone - dochter van Zeus, door Hades ontvoerd en tot Koningin van de onderwereld gekroond. |
Perseus - de heldhaftige kleinzoon van Akrisius, die door de goden beschermd het afzichtelijk hoofd van Medusa afhakte, koning Atlas in een gebergte veranderde en Andromeda bevrijdde. |
Phanion - meisjesnaam. |
Phaselis - in de oudheid een belangrijke, onafhankelijke vrijstad aan de kust van Klein Azië. |
Philodemos - grieks dichter (ca. 110-40 v. C.), epicuristisch filosoof en auteur van epigrammen. |
Phoenicië - (Fenicië) kuststreek tussen de Libanon en de Middellandse Zee (nu Libanees). |
Phryne - beroemd courtisane, die eens wegens vermeende heiligschennis voor het gerecht gedaagd werd, doch de rechters vermurwde met de schoonheid van haar borsten. |
Phyllis - meisjesnaam. |
Physos - dorpje in Pamphilië. |
Pittakos - wetgever te Mytilene en een van de zeven wijzen van Griekenland. Geboren ca. 650 v. C. Regeerde Lesbos tien jaar en trad af in 579 v. C. Stierf in 569 v. C. |
Plango - vrouwelijke eigennaam. |
Plangon - vrouwelijke eigennaam. |
Praxiteles - Atheens beeldhouwer (4e eeuw v. C.). |
Priapus - god van akkerbouw en veeteelt. Zijn beelden, roodgeverfd en voorzien van een zeer grote fallus, stonden als vogelverschrikkers in 't veld. Vaak ook bestonden die uitsluitend uit een hoge fallus. |
Psappha - andere naam voor Sappho (zie ald.) |
Psophis - jongensnaam. |
Psyche - personificatie van de menselijke ziel.
|
| |
| |
Koningsdochter van grote schoonheid, op Kreta vereerd als Aphrodite (zie ald.) en bemind door Amor zelf. |
Psyllos - jongensnaam. |
Pythias - vrouwelijke eigennaam. |
Rodhos - eiland in de Egeïsche Zee. |
Sappho - griekse dichteres (6e eeuw v. C.) Van haar in negen delen verzamelde poëtische werk zijn ons slechts fragmenten overgeleverd. Zij werd geboren op Lesbos, leefde te Mytilene en haar verzen verheerlijkten de onderlinge liefde van vrouwen. |
Satyra - meisjesnaam. |
Scarabee - goudkleurige mestkever, bij de Egyptenaren een heilig dier. |
Selenia - vrouwelijke eigennaam. |
Sidoon - beroemde Phoenicische stad. |
Solon - Atheens wetgever (639-559 v. C.), dichter en een der zeven wijzen. |
Sostrata - vrouwelijke eigennaam. |
Spidhorodellis - vrouwelijke eigennaam. |
Syllikhmas - vrouwelijke eigennaam. |
Syrinx - een riviernimf die op de vlucht ging voor Pan, de herdersgod, veranderd werd in een riet waaruit Pan zich de eerste pansfluit sneed. |
Tamassos - verdwenen stadje in het Taurus-gebergte (Klein Azië). |
Tarsos - stad in Klein Azië, nu turks. |
Taurus - bergmassief aan de zuidkust van Klein Azië. |
Teleas - mannelijke eigennaam. |
Thracië - landstreek in het noorden van het oude Griekenland, nu gedeeltelijk bulgaars. |
Thaïs - Atheense courtisane, reisgenote van Alexander de Grote. Door Louÿs gebruikt als eigennaam voor een courtisane. |
| |
| |
Thrasymakos - mannelijke eigennaam. |
Thetis - nereïde of zeegodin en dochter van Nereus; nam vele gedaanten aan om aan de liefde van Peleus (die zij tegen haar zin op bevel van Zeus trouwde) te ontkomen. |
Torti - mannelijke eigennaam. |
Thrikias -? |
Xantho - vrouwelijke eigennaam. |
Zeus - Opperste van de griekse goden, geboren op Kreta en opgevoed door Amaltheia (zie ald.). |
|
|