Zangen van Bilitis(1969)–Pierre Louÿs– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 147] [p. 147] Lied De eerste schonk mij een snoer, een paarlensnoer dat heel een stad waard was, met tempels en paleizen, met schatten en met slaven. De tweede schreef voor mij gedichten. Mijn haar is, schreef hij, zwart als 't kapsel van de nacht, mijn ogen zijn, schreef hij, zo blauw als de ogen van de morgen. De derde was zo mooi dat zelfs zijn moeder bloosde als ze hem omhelsde. Zijn handen legde hij op mijn knieën en zijn lippen op mijn naakte voetje. Jij, jij hebt niets tot mij gezegd. Jij gaf me niets omdat je arm bent. En je bent niet mooi, maar jou bemin ik. Vorige Volgende