Zangen van Bilitis(1969)–Pierre Louÿs– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 80] [p. 80] De borsten van Mnasidika Zorgvuldig ontsloot zij met een hand haar tunica en reikte mij haar borsten: bloedwarm, zacht, zoals men een godin twee tortelduifjes levend offert. ‘Bemin ze vurig, zei ze mij, want ik bemin ze zelf zozeer. Het zijn twee liefjes, kleuterkleintjes. Als ik alleen ben zorg ik voor ze: dan speel ik met ze, doe ik ze plezier. ‘Dan baad ik ze in koele melk en poeder ze met bloemen. Mijn fijne haren die hen drogen zijn teder aan hun kleine knopjes. Vol huiver streel ik ze en bed ik ze in zachte wol. ‘En kinderen zal ik nimmer baren, wees jij daarom hun zuigeling. En te ver zijn ze van mijn lippen, kus jij ze daarom uit mijn naam.’ Vorige Volgende