Ten geleide
Iemand, die een leidende rol heeft gespeeld in het verzet en dit ook betaald heeft met twee jaar concentratiekamp, maakte de volgende opmerking:
‘Het is geen zeldzaamheid geweest, aan het einde van de oorlog en bij mijn terugkeer uit de kampen, mensen in België te ontmoeten die tijdens de oorlog eerder op de achtergrond waren gebleven of die helemaal niets hadden gedaan. Die waren plotseling grote helden geworden, die zich tooiden met de pluimen van anderen, die er niet meer waren om ze op te eisen... Als ik niet teruggekomen was uit Duitsland, dan had waarschijnlijk niemand ooit over mijn dienst gesproken en dan had ikzelf nooit bestaan...’
Dat toont, beter dan wat ook de moeilijkheid aan om over het verzet onweerlegbare zaken te zeggen. Het is eigen aan de ondergrondse beweging dingen te doen zonder getuigen, zonder documenten, zonder bewijzen; het is bijgevolg ook moeilijker om er over te schrijven, zonder onmiddellijk bekritiseerd te worden, meestal terecht. Vandaar waarschijnlijk dat tot op heden, met uitzondering van enkele beknopte overzichten, geen enkele ‘Geschiedenis van het Belgische Verzet 1940-1945’ het licht heeft gezien en de studie, nodig voor onze opzet, alleen maar heeft kunnen steunen op fragmentarische publikaties, monografieën, memoires, enz. en op de getuigenissen, waarvan de fragiliteit spreekwoordelijk is.
Het is dus zeker niet de ambitie van dit boek, dat de BRT-televisiereeks ‘Het Verzet’ begeleidt, te worden beschouwd als een wetenschappelijk gefundeerd historisch werk. Wel hebben we getracht, zowel in het boek als in de programma's, perspectief te geven, te relativeren en een niet al te onjuist beeld op te hangen van wat er tijdens de oorlogsjaren in de schemering gebeurde. Zelfs dat is geen gemakkelijke taak geweest. Het past dus een woord van dank uit te spreken aan allen, die de opzet hebben mogelijk gemaakt. Ik vermeld hier graag de Wetenschappelijke Commissie en haar voorzitter. Professor A,. Verhulst, die alle programma's van de reeks België in de Tweede Wereldoorlog’ begeleidden. Ook en in het bijzonder de leden van de werkgroep ‘het Verzet’,, Prof. J.L.Charles, Prof. J. Verbruggen die een uitgebreide inleidende tekst schreef en voorzitter Nic Bal, die het onderwerp hun bestendige aandacht hebben geschonken en bakens gezet waar het nodig was. Mijn dank ook aan de realisator van de reeks, Guido Martens, voor zijn onvoorwaardelijke inzet van elke dag, ook op het inhoudelijke vlak. Ten slotte, en meest van al nog, wil ik mijn waardering uitspreken voor mijn gesprekspartners, de mensen uit het verzet die het allemaal hebben meegemaakt. Zonder hun medewerking was er geen reeks geweest en ook geen boek. Aan hen mijn oprechte dank en mijn diepe bewondering.
Paul Louyet