Ten geleide
Pas sedert enkele jaren wordt de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog in België wetenschappelijk en systematisch bestudeerd. Ons land heeft in dit opzicht een grote achterstand ten overstaan van de buurlanden. Dit is niet de plaats om de oorzaken hiervan te bespreken. Toch verklaart deze toestand mede het feit dat onze openbare radio- en televisie-instituten, zowel nederlandstalige als franstalige, tot nu toe slechts sporadisch en fragmentarisch aandacht hebben besteed aan de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog m.b.t. ons land, meestal onder de vorm van louter documentaire of informatieve uitzendingen (interviews, archieffilmen, enz...).
Een systematische behandeling, een historisch overzicht, in het bijzonder aangepast aan en opgevat in functie van het medium televisie, ontbrak tot nu toe geheel.
Hoewel de idee evenals de principiële beslissing terzake enkele jaren ouder is, kon pas in 1971 een ernstig begin gemaakt worden met de voorbereiding van een grote televisieserie over de geschiedenis van België tijdens de Tweede Wereldoorlog, omdat vanaf dat ogenblik enkele onontbeerlijke werkinstrumenten daartoe ter beschikking stonden. Desondanks moest door de wetenschappelijke commissie van hoogleraren en specialisten in de nieuwste geschiedenis die deze programma's begeleidt, nog veel oorspronkelijk opzoekingswerk verricht worden.
Niettegenstaande de onvolkomenheden, die daardoor deze televisiereeks onvermijdelijk zullen kenmerken was het belangrijk dat niet langer met dergelijke programma's werd gewacht. Belangrijk voor de opvoeding en de informatie van onze hedendaagse jeugd, die thans een volledig naoorlogse generatie is die van de Tweede Wereldoorlog niets zelf heeft beleefd.
De aflossing van een generatie door een andere speelt in de geschiedenis reeds vanzelf zulk een ingrijpende, vaak beslissende en meestal zelfs conflictscheppende rol, dat het onverantwoord zou zijn, zowel vanwege de wetenschapsmensen als vanwege de verantwoordelijken van de televisie, de eigentijdse informatie- en instructiemiddelen die dit medium ter beschikking stelt, niet te gebruiken om de jeugd een zo objectief mogelijk en historisch zo juist mogelijk beeld van het recente oorlogsverleden van ons land onder ogen te brengen.
Hoe geringschattend sommige onderwijshervormers tegenwoordig ook over het nut en de plaats van de geschiedenis in onze onderwijsprogramma's mogen denken, niemand zal ontkennen dat het zin heeft de geschiedenis van ons land tijdens de Tweede Wereldoorlog op een moderne aanschouwelijke wijze aan onze jonge naoorlogse generatie bekend te maken. Niet met het doel de vaderlandsliefde, bron van zoveel oorlogen en ellende, aan te wakkeren, aan heldenverering te doen of oordelen en veroordelingen uit te spreken, niet met de reeds zo vaak ijdel gebleken illusie ‘nuttige lessen’ uit het verleden te trekken, maar eenvoudig met de bedoeling de jeugd - en waarom ook niet de oudere generaties die het zelf hebben beleefd? - een middel ter beschikking te stellen, een referentiepunt te geven om haar plaats te bepalen tegenover andere generaties in de ontwikkeling van onze maatschappij, deze ontwikkeling beter te begrijpen en haar aldus misschien zinvoller te beleven of zelfs mede te helpen richten.
Prof. Dr. A. Verhulst,
Voorzitter van de Raad van Beheer van de B.R.T.