Alles zingt(1878)–Pieter Louwerse– Auteursrechtvrijliedjes en rijmpjes voor het kleine volkje Vorige Volgende [pagina 267] [p. 267] 275. Van onzen pauw. Onze pauw heeft mooie veêren, En hij toont zoo nu en dan, Midden onder de and're vogels, Dat hij er meê pronken kan. Soms is 't wel of hij wil zeggen: ‘Wat ge zoekt en wat ge ziet, Grooter vogels dan ik, zijn er, Maar een mooier vindt ge niet!’ Onze pauw mag dat wel zeggen; Maar wat geeft ons al die tooi? Pauwenvleesch is niet om te eten; Zijn geschreeuw is ook niet mooi. En zijne eiers? Niemand lust ze. Dus, als men het wel beziet, Kan men van den pauw wel zeggen: Mooi-zijn is nog alles niet. Vorige Volgende