Alles zingt

liedjes en rijmpjes voor het kleine volkje

[p. 259]

266. Wat de luiaard niet kent.

Alle dagen werken.

Werken dat men zweet,

Maakt dat men zijn' bot'ram

Steeds met blijdschap eet.

Alle dagen lui'ren,

'T geeft niets dan verdriet,

En het lekkerst maaltje

Smaakt den luiaard niet.

Heel den dag flink werken,

Werken flink en goed,

Maakt zelfs op een' stroozak

Nog de ruste zoet.

Lui zijn heel zijn leven,

Och, dat geeft geen' pret!

'T houdt den mensch 's nachts wakker

Zelfs op 't donzen-bed.

Werken is geen' schande,

Werken baart slechts vreugd!

Werken strekt ten zegen:

Ouderdom en jeugd.

Lui'ren geeft slechts rampen,

Kommer en verdriet!

Ware vreugd van 't leven

Kent de luiaard niet.