Alles zingt(1878)–Pieter Louwerse– Auteursrechtvrijliedjes en rijmpjes voor het kleine volkje Vorige Volgende 255. Uitvliegen. In een lief en aardig nestje Lagen eens vier jongen neer, En de vader en de moeder Vlogen daag'lijks heen en weer, Heerlijk, kost'lijk voedsel brengen Aan de kleinen, zwak en teer. Maar het kleine grut werd grooter; 'T kreeg een veeren-pakjen aan, En zij leerden dra op 't kantje Van hun aardig nestje staan, Ja, de moeder liet hen dáárna Langzaam aan het vliegen gaan. Zelf leerde ieder 't kostje zoeken En dat ging al wonderbest. Maar als zij van al dat werken, Al dat zoeken, op het lest Moê geworden waren, keerden Zij terug naar 't oude nest. [pagina 251] [p. 251] Nu ligt daar het nestje ledig En verlaten, zoo ge ziet. Uitgevlogen is het goedje En licht zingen ze in hun lied. Ver van hier en onder vreemden: ‘Blijf bij Moeders pappot niet!’ Vorige Volgende