Alles zingt(1878)–Pieter Louwerse– Auteursrechtvrijliedjes en rijmpjes voor het kleine volkje Vorige Volgende 240. Een goede wensch. Het blijft maar winter, ied'ren dag, En 't vriest maar altijd door. Wij hebben vol-op brand in huis En eten ook, dus 't is geen kruis Voor ons, maar voor den armen man, Die werken wil en 't nu niet kan, Is 't lang geen pretje, hoor! Daar wordt veel armoê nu geleên, En menig werkman wil, [pagina 237] [p. 237] Al is de nood ook nog zoo groot, Niet leven van gebedeld brood. Zijn zomer-spaarpot is schoon leêg; Maar nijpt de winter ook terdeeg, Hij zwijgt zijne armoê stil. En toch, houdt lang de winter aan, Dan moet de brave man, Al doet het hem ook groot verdriet, Wel bed'len of hij wil of niet! Dat vind ik jammer, en ik wensch Dus voorjaarsweer, opdat elk mensch Zijn brood verdienen kan. Vorige Volgende