Alles zingt(1878)–Pieter Louwerse– Auteursrechtvrijliedjes en rijmpjes voor het kleine volkje Vorige Volgende 226. Op het strand. Op het strand is 't heerlijk spelen. Gij denkt zeker en gewis, Omdat daar, door 't luchtig windje, Alles koel en heerlijk is. Neen, dan zoudt gij u vergissen, Als gij dat voor waar hieldt. Weet, 'T is des zomers op het strand soms, Ook als 't waait, nog brandend heet. Maar het is daar prettig spelen, Wijl daar Jan en Alleman Stoeien, dansen, springen, loopen, Ja, zelfs putten graven kan. Bergen maken wij en dalen, Vestingen met gracht en wal, Kerken, torens, huizen, kelders, Schuren, ja, en wat niet al? [pagina 224] [p. 224] 'T strand gelijkt soms na ons spelen Slechts één groote warklomp, maar 'T water spoelt er even over En - het is weer kant en klaar. Speel zoo in den tuin eens, vrindje! Ja, als niemand u daar ziet, Maar in 't bijzijn van den tuinman Of uwe Ouders, doet gij 't niet. Maar aan 't strand kan ieder spelen, Wat hem lust, daar is men vrij; Ieder doet er, wat hij 't liefst doet, Al stond daar de Koning bij. Op, naar 't strand om vrij te spelen, Wat men wil! Wie gaat er mee? Menig kindje hoort het, zuchtend: ‘Ach, ik woon zoo ver van zee!’ Vorige Volgende