Alles zingt

(1878)–Pieter Louwerse– rechtenstatus


183. Nooit goed. Wie wil kan alle dagen Wel zuchten en wel klagen, Nu over dit, dan dat. Nu hindert ons de regen, Dan staat de droogte ons tegen En willen wij weer nat. Des winters als de velden Besneeuwd zijn, och, dan schelden
[pagina 177]
Wij hard op de natuur, En in de zomerdagen, Als 't heet is, wel, dan klagen Wij over 't zonnevuur. Zoo blijven heel wat menschen Gestaâg wat anders wenschen, Nu wil men zuur, dan zoet, En heeft men dat verkregen, Och, 't valt zoo licht ons tegen, En zóó is 't zelden goed. Neen, hoort eens, kleine vrinden, Wilt gij 't geluk hier vinden, Och, klaagt dan niet te hard. God zal ons in het leven, Wat noodig is, wel geven In vreugd, maar ook in smart.