Alles zingt(1878)–Pieter Louwerse– Auteursrechtvrijliedjes en rijmpjes voor het kleine volkje Vorige Volgende [pagina 166] [p. 166] 170. Dat heeft de wind gedaan. Ik liep langs 't strand; De wind woei fel; - Marsch was mijn hoed, Als 't licht zoo snel. Hij vloog vooruit; Ik liep hem na; Maar ver, heel ver, Was hij weldra. Daar stond ik nu Met fladd'rend haar, En Moeder vroeg: ‘Wat zie ik daar?’ ‘O, Moeder,’ riep Ik heel gezwind, ‘Mijn hoed is weg! Dat deed de wind!’ - En Moeder kocht Me een' nieuwen hoed Met zijden lint; Hij staat mij goed. En 'k denk, als 'k hem Zoo mooi zie staan: ‘Dat heeft dan toch De wind gedaan!’ Vorige Volgende