Alles zingt(1878)–Pieter Louwerse– Auteursrechtvrijliedjes en rijmpjes voor het kleine volkje Vorige Volgende [pagina 146] [p. 146] 147. Een koninklijk verblijf. In den boomgaard wil ik wezen; In den boomgaard wil ik zijn; Daar is lekk're waar te vinden, Lekkerder dan marsepijn. In den zomer vindt ge er kersen, Heerlijk rijp en gloeiend rood, Vol met geurig sap, en dan nog, Als een stuiter haast zoo groot! Komt gij later, jutteperen Liggen voor u op het gras, Even of zij zeggen willen: ‘Zoo, nu komt gij juist vanpas!’ In het najaar vindt ge er noten, Ieder smijt zijn deel maar af. Zeg eens, vondt gij ooit een' koopman, Die u zulke noten gaf? In den tijd der witte pruimen Kunt ge vrij uit kiezen gaan! En wie laat niet voor een pruimpje Zelfs de Weesper moppen staan? Jongens, komt dan in den boomgaard, Dat 's een koninklijk verblijf! Maar, leert vooraf matig wezen, Of, ge krijgt ook pijn in 't lijf. Vorige Volgende