Alles zingt(1878)–Pieter Louwerse– Auteursrechtvrijliedjes en rijmpjes voor het kleine volkje Vorige Volgende [pagina 71] [p. 71] 71. Kermisgangers gevangen. 'S avonds als we aan tafel zitten, Hooren we achter het behang: Krabb'len, rits'len, knabb'len, piepen! 'T is een leven van belang. ‘Hoort die muizen eens te keer gaan,’ Zegt mijn' Moeder dan en slaat Met een doek op het behangsel. Maar wat denkt gij, dat het baat? Ja, een' poos, een heel klein poosje Houdt het muizenvolk nu op, Maar het duurt niet lang of 't gaat weer 'T oude pad op in galop. Pats! met doeken! Pats! met handen Gaat nu weer maar keer op keer. 'T is nu stil! Ze zijn gevloden! 'T mocht wat! Het begint alweer. ‘'T is om tureluursch te worden,’ Roept thans Moeder nijdig uit. ‘Heel den avond dat geweld daar! 'T is vervelend dat geluid!’ En als Moe' zoo boos gaat worden Zegt mijn Vader lachend: ‘Och, ‘'T muizenvolkje houdt daar kermis! Wacht een ommezientje nog, [pagina 72] [p. 72] ‘En het leven zal bedaren. Aanstonds is de pret gedaan En vermoeid van al het dansen Zullen zij ter ruste gaan.’ - - Moeder zwijgt; maar zet de val op. Zij heeft in die pret geen zin. En wij vinden er des morgens Meestal kermisgangers in. Vorige Volgende