Alles zingt(1878)–Pieter Louwerse– Auteursrechtvrijliedjes en rijmpjes voor het kleine volkje Vorige Volgende [pagina 38] [p. 38] 12. Mijn speelpopje. Daar ligt zij in haar bedje En met de beentjes bloot, Te springen en te draaien Te gillen en te kraaien; Zij lacht haar' wangen rood. Nu grijpt zij naar mijn' ketting, Of grabbelt in mijn haar; Dan trekt ze mij aan de ooren, Of haalt mijn goed naar voren, En lacht en springt dan maar. Dat popje nu, heet Daatje, En 't is mijn kleine zus. En als haar al dat spelen Ten leste gaat vervelen, Geef ik haar gauw een kus. Vorige Volgende