Alles zingt
(1878)–Pieter Louwerse– Auteursrechtvrijliedjes en rijmpjes voor het kleine volkje
[pagina t.o. 2]
| |
[pagina 3]
| |
Ze werkt; ze zorgt; ze zwoegt; ze slaaft
En rust soms dag noch nacht;
Ze geeft me al, wat ik noodig heb;
Ze schudt mijn bedje zacht.
Het eerste kusje geeft zij mij
Vroeg in den morgenstond,
En 't laatste, dat ik 's avonds krijg
Drukt zij mij op den mond.
En ben ik ziek, dan zie ik wel
In ieder oog een' traan,
En haar, trouw zorgend, vroeg en laat
Vlak bij mijn bedje staan.
Wie kent die vrouw, die brave vrouw,
Die mij zoo teer bemint?
Dat is mijne allerbeste Moe'
En ik, ik ben haar kind.
|
|