Alles zingt
(1878)–Pieter Louwerse– Auteursrechtvrijliedjes en rijmpjes voor het kleine volkje
[pagina 2]
| |
Een hartedief! Een hartedief!
Ik dank er daad'lijk voor
Een dief te zijn van geld en goed,
Maar zulk een dief, zoo lief en zoet,
Wil ik wel wezen, hoor!
Gevangenman, gevangenman,
Wordt wel een centendief;
Maar als Moe' zegt: ‘Hoor, kleine guit,
Vooreerst komt gij mijn' arm niet uit!’
Dan vind ik dat wel lief.
Ze omhelst me dan, ze omhelst me dan
Zoo liefdrijk en zoo teer.
Ze lacht mij stil en vriend'lijk toe
Die allerbeste, brave Moe'
En zoent mij keer op keer.
Lief Moedertje, lief Moedertje,
Wees gij maar mijn cipier!
Ik blijf bij u zoo lang ik kan.
Ik ben wel graag gevangenman;
Ik ben het voor pleizier.
|
|