Moderne kunst in Nederland 1900-1914

[p. 339]

Geraadpleegde literatuur

Apollinaire, G., Les peintres cubistes, 2de dr., Genève, 1950.

l'Assiette au beurre, Parijs, 1902.

Bahr, H., Expressionismus, München, 1916.

Barr, A.H., Matisse, his art and his public, New York, 1951.

Bazin, G., zie Huyghe, R.

Bendien, J. en Harrenstein-Schräder, A., Richtingen in de Hedendaagsche Schilderkunst, Rotterdam, 1935.

Berding, F., ‘Gust. van de Wall Perné’, Kunst en Kunstleven, I, 1911, 323-338.

Berding, F., ‘Van dualisme en moderne schilderkunst’, Elseviers Geïll. Mschr., XLVI, 1913, 103-110.

Bergson, H., L'énergie spirituelle, 52ste dr., Parijs, 1949.

Besson, G., Paul Signac, Parijs, 1950.

Biermann, G., Heinrich Campendonc, Leipzig, 1921.

Boer, Julius de, Jan Toorop, Amsterdam, 1911.

Boer, Julius de, ‘Jan Toorop’, Onze Kunst, XIX, 1911, 13-25, 50-62 en 119-126.

Boer, Julius de, ‘De nieuwste stroming in de schilderkunst’, Onze Kunst, XX, 1911, 187-188.

Bories, J., ‘Over vereenigingsbeheer. Arti, Moderne Kunstkring, Onafhankelijken’, Holland, I, 1913-'14, afl. VIII, 47-50.

Bories, J., ‘De Tentoonstelling van “Onafhankelijken”’, Holland, I, 1913-'14, afl. IX, 65-73.

Bories, J., ‘Nog eens: De Absolute Schilderkunst’, Holland, I, 1913-'14, afl. IX, 73-75.

Brandt Corstius, J.C., ‘Het geestelijk leven in Nederland. De letteren en het cultureel klimaat’, Algemene geschiedenis der Nederlanden, dl XI, Zeist, 1956, 179-211.

Brandt Corstius, J.C., ‘De nieuwe beweging’, De Gids, CXX, 1957, 363-389.

Bremmer, H.P., Beeldende Kunst, I, 1913-'14 en VII, 1919-'20.

Brom, G., Hollandsche schilders en schrijvers in de vorige eeuw, Rotterdam, 1927.

Buchheim, L.G., Die Künstlergemeinschaft Brücke, Feldafing, 1956.

Calker, H. van, Schilders van heden en morgen. dl I, In het atelier van den schilder, Amsterdam, z.j.

Cannegieter, H.G., ‘Een merkwaardige uiting op kunstgebied’, Eigen Haard, XXXXVI, 1920, 378-380.

Canter, B., ‘Lodewijk Schelfhout. De Protector’, De Kunst, V, 1912-'13, 7 juni 1913.

Canter, B., Gits, B.T. en Kuik, L. van, Over moderne schilderkunst, Amsterdam, z.j.

Carco, F., De Montmartre au quartier Latin, Parijs, 1927.

Catalogi Salon d'automne, Parijs, 1903-1913.

Cat. Exposition van Dongen, Bernheim Jeune, Parijs, 1908.

Cat. Exposition Van Dongen, Bernheim Jeune, Parijs, juni 1911.

Cat. Exposition Van Dongen: oeuvres nouvelles, Bernheim Jeune, Parijs, dec. 1911.

Cat. Erster Deutscher Herbstsalon, Der Sturm, Berlijn, 1913.

Cat. Europa 1907, Sted. museum, Amsterdam, 1957.

Cat. Le Fauconnier, New Art Circle, New York, 1949.

Cat. Die Futuristen (Der Sturm), Berlijn, 1912.

[p. 340]

Cat. Les peintres et les sculpteursfuturistes italiens, (Rotterdamsche Kunstkring), 1913.

Cat. Tentoonstelling Vincent van Gogh, Sted. museum, Amsterdam, 1905.

Cat. Cent Tableaux de Vincent van Gogh, Bernheim Jeune, Parijs, 1908.

Catalogi Salon des Indépendants, Parijs, 1906 t./m. 1909 en 1911 t./m. 1913.

Cat. Exposition d'oeuvres de sculpture et de peinture du Salon des artistes Indépendents, Brussel, Gal. Giroux, 1914.

Cat. van de eerste Internationale Tentoonstelling, Boschoord, Bezuidenhout, 's-Gravenhage, 1901.

Cat. Jubileumtentoonstelling van werken van oudleerlingen der beide museumscholen, 1881-1906, Sted. museum, Amsterdam, 1906.

Cat. Tentoonstelling Bart van der Leck, Sted. museum, Amsterdam, 1949.

Cat. Bart van der Leck, E.J. van Wisselingh en Co, Amsterdam, 1954.

Catalogi St. Lucas, jaarlijksche tentoonstellingen van kunstwerken van leden der vereeniging, Sted. museum, Amsterdam, 1905, 1907 t./m. 1912 en 1914.

Catalogi Moderne Kunstkring, Sted. museum, Amsterdam, 1911 t./m. 1916.

Cat. Piet Mondriaan, herdenkingstentoonstelling, Sted. museum, Amsterdam, 1946.

Cat. Mondriaan, Gemeentemuseum, 's-Gravenhage, 1955.

Cat. Piet Mondrian, oeuvres figuratives de collections parisiennes, Galerie Cordier, Parijs, 1957.

Cat. Nieuwe Beweging in de Nederlandse schilderkunst rond 1910, Gemeentemuseum, 's-Gravenhage, 1955. (Cat. N. Bew.)

Cat. ‘De Onafhankelijken’, Amsterdam, mei-juni 1914.

Cat. De renaissance der XXe eeuw, Sted. museum, Amsterdam, 1958.

Cat. Odilon Redon, Gemeentemuseum, 's-Gravenhage, 1957.

Cat. van Schilderijen, Teekeningen en Beeldhouwwerken in het Stedelijk museum, Amsterdam, 1924.

Cat. Schilderijen en teekeningen, Gemeentemuseum, 's-Gravenhage, 1935,

Cat. van de schilderijen uit de XlXde en XXste eeuw, Rijksmuseum Kröller-Müller, Otterlo, 1956. (Cat. Kr. M.)

Cat. Jan Sluyters, Gemeentemuseum, 's-Gravenhage, 1941-'42.

Cat. Jan Sluyters, Sted. museum, Amsterdam, z.j. (cat. no. 84).

Cat. Stedelijke Tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters, Sted. museum, Amsterdam, 1907.

Catalogi Tentoonstelling van Schilderijen, Domburg, 1911 t./m. 1914.

Cat. Tentoonstelling van schilderijen uit de moderne Fransche school, Arti et Amicitiae, Amsterdam, 1901.

Cat. Charley Toorop, 's-Gravenhage - Amsterdam - Eindhoven, 1951.

Cat. De Verzameling (Sted. van Abbemuseum), Eindhoven, z.j. (1956).

Citroen, P., Jacob Bendien, 1890-1935, Rotterdam, 1940.

Cohen Gosschalk, J., ‘Vincent van Gogh’, Elseviers Geïll. Mschr., XXX, 1905, 219-234.

Cohen Gosschalk, J., ‘F. Hart Nibbrig’, Onze Kunst, XVIII, 1910, 165-180.

Coster, Dirk, ‘Holland’, opgenomen in F.M. Huebner, Europas neue Kunst und Dichtung, Berlijn, 1920.

Coster, Dirk, Nieuwe Geluiden, 5de dr., Arnhem, z.j.

Coquiot, G., Cubistes, futuristes, passéistes, Parijs, 1914.

[p. 341]

Courrières, E. des, Van Dongen, Parijs, 1925.

Creutz, M., Johan Thorn Prikker, München-Gladbach, 1925.

Dake, C.L., zie Wichman, E.

De Kunst, Amsterdam, jrg. I-VI (1909 tot 1913-'14).

Denis, M., Théories, 1890-1910, 2de dr., Parijs, 1912.

Deventer, S. van, Kröller-Müller, Haarlem, 1956.

Deyssel, Lodewijk van, Een liefde, 3de dr., z.j.

Deyssel, Lodewijk van, Verzamelde werken, dl III, 2de dr., Amsterdam, z.j.

Döblin, A., ‘Die Bilder der Futuristen’, De Kunst, IV, 1911-'12, 31 aug. 1912.

Doelman, C., Kees van Dongen, Rotterdam, 1947.

Doesburg, Th. van, De schilder De Winter en zijn werk, Haarlem, 1916.

Doesburg, Th. van, Nieuwe beweging in de schilderkunst, Delft, 1917.

Doesburg, Th. van, Drie voordrachten over de nieuwe beeldende kunst, Amsterdam, 1919.

Dorival, B., Les étapes de la peinture contemporaine, II: Le Fauvisme et le Cubisme, 1905-1911, Parijs, 1944.

Duthuit, G., Les Fauves, Genève, 1949.

Eddy, A.J., Cubists and Post-Impressionism, Chicago, 1919.

Eeden, Frederik van, ‘Gezondheid en verval in kunst (naar aanleiding der tentoonstelling Spoor-Mondriaan-Sluyters)’, Op de Hoogte, VI, 1909, 79-85.

Elseviers Geïllustreerd Maandschrift, Amsterdam, jrg. XV, XVIII, XXII en XXIII (1905, 1908, 1912 en 1913).

Engelman, Jan, Nieuwe schilderkunst in Holland, De Vrije Bladen, X, schr. 7, 1933.

Engelman, Jan, ‘Ingewijden van “De Stijl”’, De Tijd, 23 febr. 1957.

Engelman, Jan, ‘Bart van der Leck kernachtiger en begaafder dan Piet Mondriaan’, De Tijd, 8 juni 1957.

Enzinck, W., Otto van Rees, Helmond, z.j.

Expressionisme, Het (Zes lezingen), 's-Gravenhage, 1954.

Expressionismus, Futurismus, Sonderausgabe der Zeitschrift ‘Das Kunstwerk’, Baden-Baden, 1951.

Feltkamp, W.C., B.A. van der Leck, leven en werken, Leiden, 1956.

Fierens, P., Van Dongen, Parijs, 1927.

Fierens, P., L'Art hollandais contemporain, Parijs, 1933.

Fierens, P., James Ensor, Parijs, 1943.

Fischer, O., Das neue Bild, München, 1912.

Fontaine, A.P., La philosophie de Bergson, 2de dr., Parijs, 1923.

Frankemölle, W., ‘Aesthetisch subjectivisme als levenshouding’, De Kunst, II, 1909-'10, no. 134, 135 en 137.

Frankemölle, W., ‘Aesthetische Kultuur en Persoonlikheid’, De Kunst, III, 1910-'11, 5 aug. 1911.

Gauss, Ch. E., The aesthetic theories of French artists, Baltimore, 1949.

Gedenkboek Rotterdamsche Kunstkring, 1893-1913, Rotterdam, 1913.

Gits, B.T., zie Canter, B.

Gleizes, A. en Metzinger, J., Du cubisme, 2de dr., Parijs, 1947.

[p. 342]

Gogh, V.W. van, Verzamelde brieven van Vincent van Gogh, dl IV, Amsterdam, 1954.

Gorter, Herman, Verzamelde werken, dl II, Amsterdam, 1948.

Gratama, G.D., ‘Leo Gestel bij Schüller en Eisenloeffel’, Onze Kunst, XXIV, 1913, 32.

Gruyter, W.J. de, Zes moderne schilders, Amsterdam, 1935.

Gruyter, W.J. de, De Europese schilderkunst na 1850, 2de dr., Den Haag-Antwerpen, 1950.

Haas, Albertine de, ‘Uit Domburg’, Onze Kunst, XX, 1911, 101.

Haas, Albertine de, ‘Uit Domburg’, Onze Kunst, XXII, 1912, 123-124.

Haas, Albertine de, ‘Uit Domburg’, Onze Kunst, XXIV, 1913, 98-99.

Haftmann, W., Malerei im 20. Jahrhundert, München, 1954.

Hammacher, A.M., De levenstijd van Antoon der Kinderen, Amsterdam, 1932.

Hammacher, A.M., ‘Jacoba van Heemskerk, 1876-1923’, Elseviers Geïll. Mschr., 1934, 149-153.

Hammacher, A.M., ‘Impressie, expressie, symbool’, Prisma der Kunsten, I, 1936, 39-54.

Hammacher, A.M., Amsterdamsche impressionisten en hun kring, 2de dr., Amsterdam, 1946.

Hammacher, A.M., ‘Piet Mondriaan 1872-1944’, Kroniek van Kunst en Kultuur, IX, 1947, 233-237.

Hammacher, A.M., ‘Symbolisme en abstractie’, Gedenkboek De Groene Amsterdammer 75 jaar, Amsterdam, 1952.

Hammacher, A.M., Charley Toorop, Rotterdam, 1952.

Hammacher, A.M., Stromingen en persoonlijkheden. Schets van een halve eeuw schilderkunst in Nederland, 1900-1950, Amsterdam, 1955.

Hannema, D., ‘Teekeningen en aquarellen van Kees van Dongen’, Bulletin museum Boymans, Rotterdam, I, 1937, no. 1, 10.

Havelaar, J., ‘Paul Gauguin’, Elseviers Geïll. Mschr., XLIV, 1912, 411-420.

Havelaar, J., Jan Sluyters, Amsterdam, 1919.

H(averkamp) B(egemann), E., ‘De haven van Rotterdam door Paul Signac’, Bulletin museum Boymans, IV, no. 1, 26-27.

Hecke, P.G. van, Frits van den Berghe, Antwerpen, 1948.

Holland, Amsterdam, I, 1913-'14.

Holland Express, Rotterdam, VII, 1914.

Huebner, F.M., zie Coster, D.

Huebner, F.M., Die neue Malerei in Holland, Leipzig, 1921.

Huebner, F.M., Moderne Kunst in den Holländischen Privatsammlungen, Leipzig-Amsterdam, 1921.

Huebner, F.M., Lodewijk Schelfhout, Amsterdam, 1921 (Duitse tekst: Leipzig, 1921).

Huebner, F.M., Piet van Wijngaerdt, Amsterdam, 1921.

Huebner, F.M., Gustave de Smet, Amsterdam, 1921.

Huyghe, R., La peinture actuelle, Parijs, 1945.

Huyghe, R., en Bazin, G., Histoire de l'art contemporain, Parijs, 1935.

Huyghe, R., en Bazin, G., Les contemporains, Parijs, 1949.

Isaäcson, J.J., Een nieuw standpunt in kunst. Vincent van Gogh en D.B. Nanninga, Amsterdam, 1906.

Jaarverslagen Rotterdamsche Kunstkring, Rotterdam, 1904-1914.

Jacobson, R., ‘Een Van Gogh-tentoonstelling te Groningen’, Onze Kunst, VI, 1904, 1 e.v.

[p. 343]

Jacobson, ‘Kunstzaal Reckers. Exposition de peintures, pastels, dessins et lithographies par Odilon Redon’, Onze Kunst, XII, 1907, 62-63.

(Jaffé, H.L.C.), Expressionisme, Van Gogh tot Picasso, Sted. museum, Amsterdam, Cat. no. 64.

(Jaffé, H.L.C.), De Stijl, 1917-1931, Amsterdam, 1956.

Janneau, G., L'Art cubiste, Parijs, 1929.

Janssen, Miek, Jan Toorop, Amsterdam, z.j.

Janssens, R., Les maîitres de la critique d'art, Acad. Royale de Belgique, Mémoires, 2me série, tome IV, Brussel, 1935.

Janssonius, F., Lodewijk van Deyssel, Lochem, 1951.

Kahnweiler, D.H., Les années héroiques du cubisme, Parijs, 1950.

Kandinsky, W., Über das Geistige in der Kunst, 2de dr., München, 1912.

Kandinsky, W., ‘Über Kunstverstehen’, De Kunst, V, 1912-'13, 9 nov. 1912.

Kikkert, Conrad, ‘St. Lucas. Werkende leden tentoonstelling’, Onze Kunst, XIII, 1908, 239-240.

Kikkert, Conrad, ‘Kunsthandel C.M. van Gogh: Vincent van Gogh’, Onze Kunst, XIV, 1908, 164-165.

Kikkert, Conrad, ‘Piet Mondriaan, Jan Sluyters en C. Spoor, Stedelijk Museum’, Onze Kunst, XV, 1909, 97-98.

Kikkert, Conrad, ‘Jan Toorop. Larensche Kunsthandel’, Onze Kunst, XV, 1909, 135-136.

Kikkert, Conrad, ‘St. Lucas. 19de Jaarlijksche tentoonstelling’, Onze Kunst, XV, 1909, 238-239.

Kikkert, Conrad, ‘Tentoonstelling H. Hammes, G. Westerman en A.H. Gouwe in het Stedelijk museum’, Onze Kunst, XVII, 1910, 29-30.

Kikkert, Conrad, ‘St. Lucas Ledententtelling’, Onze Kunst, XVII, 1910, 227.

Kikkert, Conrad, ‘Moderne Franschen in de Larensche Kunsthandel’, Onze Kunst, XVIII, 1910, 23-24.

Kikkert, Conrad, ‘Moderne Kunstkring’, Onze Kunst, XIX, 1911, 35.

Klomp, A., In en om de Bergensche school, Amsterdam, 1944.

Knap, G.W., ‘Tentoonstelling Spoor, Mondriaan, Sluyters, Sted. museum, Amsterdam’, De Kunst, I, 1909, no. 5.

Knipping, J.B., Jan Toorop, Amsterdam, 1947.

Knuttel Wzn, G., ‘De schilderkunst van de 20ste Eeuw’, in Kunstgeschiedenis der Nederlanden, onder red. van H.E. van Gelder en J. Duverger, dl. II, Utrecht, 1956, 455-518.

Knuttel Wzn, G., Jan Sluyters, 's-Gravenhage, 1937.

Knuvelder, G., Handboek tot de geschiedenis der Nederlandse letterkunde, dl. IV, 's-Hertogenbosch, 1953.

Konijnenburg, W.A. van, De waarde der impressionistische schilderkunst, 's-Gravenhage, 1908.

Koomen, P., ‘Het schoone raam’, Holland Express, VII, 1914, 17-18.

Koomen, P., ‘Onafhankelijkheid en Dilettantisme’, Holland Express, VII, 1914, 534-535.

Krabbé, H.M., ‘De Prix de Rome’, Op de Hoogte, I, 1904, 17-20.

Kröller-Müller, H., Beschouwingen over problemen in de ontwikkeling der moderne schilderkunst, Maastricht, 1925.

Kunst en Kunstleven, I, 1911.

Kuik, L. van, zie Canter, B.

Kuik, L. van, ‘Lodewijk Schelfhout’, De Samenwerking, II, 1913-'14, 460-471.

[p. 344]

Langui, E., Constant Permeke, Antwerp en, 1947.

Leuring, J.W.H., zie Wendingen.

Lhote, A., Écrits sur la peinture, Parijs, 1946.

Loosjes-Terpstra, A.B., ‘Nieuwe beweging in de Nederlandse schilderkunst’, Museumjournaal, serie 1, 1956, 140-142 en 167-173.

Luns, H., Holland schildert, Amsterdam, z.j.

Luns, H., Jan Sluyters, Amsterdam, z.j.

Marius, G.H., Hollandsche schilderkunst in de negentiende eeuw, 2de dr., 's-Gravenhage, 1920.

Maus, Madeleine Octave, Trente années de lutte pour l'art, 1884-1914, Brussel, 1926.

Meer de Walcheren, P. van der, ‘Matthieu Wiegman’, Sélection, III, 1923-'24, dl. 2, 495-500.

Metzinger, J., zie Gleizes, A.

Meulen, F.P. ter, ‘De maatstaf der kunst’, De Gids, XXXVII, 1874, dl. 3.

Meyers, B.S., Malerei des Expressionismus, Keulen, 1957.

Mondrian, P., Neue Gestaltung, Neo-plastizismus, Nieuwe Beelding, Bauhausbücher, no. 5, München, 1925.

Mondrian, P., ed. R. Motherwell, Plastic art and pure plastic art, 1937, and other essays, 1941-1943, New York, 1945.

Niehaus, K., ‘Henri Rousseau’, Elseviers Geïll. Mschr., XLV, 1913, 361-378.

Niehaus, K., ‘l'Art hollandais contemporain’, Sélection, II, 1921-'22, 169-174.

Niehaus, K., Levende Nederlandsche kunst, 2de dr., Amsterdam, z.j.

Olivier, Fernande, Picasso et ses amis, Parijs, 1933.

Onze Kunst, Amsterdam-Antwerp en, jrg. III-XII (1904 t./m. 1913).

Oxenaar, R., ‘Jacoba van Heemskerk, 1872-1923’, Mededelingen van de Dienst van Schone Kunsten der Gemeente 's-Gravenhage, IX, 1954, no. 3-4.

Plasschaert, A., Kritiek van Beeldende Kunsten en van Kunstnijverheid, 3de jrg., Amsterdam, 1906.

Plasschaert, A., Studies en gegevens over schilderkunst, Zeist, 1908.

Plasschaert, A., Opmerkingen en gegevens over schilderkunst, Ooltgensplaat-Delft, 1910.

Plasschaert, A., Kritieken II, Ooltgensplaat, 1910.

Plasschaert, A., Kritieken III, Ooltgensplaat, 1911.

Plasschaert, A., Opmerkingen en gegevens over schilderkunst, Delft, 1914.

Plasschaert, A., Het zien van schilderijen, Arnhem, 1919.

Plasschaert, A., Korte geschiedenis der Hollandsche schilderkunst van af de Haagsche school tot op den tegenwoordigen tijd, 2de dr., Amsterdam, 1923.

Plasschaert, A., Jan Toorop, Amsterdam, 1925.

Pluym, W. van der, Leo Gestel, Amsterdam-Antwerpen, 1936.

Polak, Bettina, Het fin-de-siècle in de Nededandse schilderkunst, 's-Gravenhage, 1955.

Puyvelde, L. van, Gustave de Smet, Antwerpen, 1949.

Querido, Is., ‘Vincent van Gogh’, Op de Hoogte, II, 1905, 478-482.

Querido, Is., Studiën, Amsterdam, 1907.

Raynal, M., De Picasso au surréalisme, Genève-Parijs, 1950.

[p. 345]

Raynal, M., Matisse, Munch, Reuault, fauvisme et expressionisme, Genève-Parijs, 1950.

Reddingius, Joannes, ‘Iets over het werk van Lodewijk Schelfhout’, Holland Express, VII, 1914, 477-478.

Retera Wzn, W., W. Kromhout, Czn, Amsterdam, z.j.

Ridder, André de, ‘Le Fauconnier’, Sélection, I, 1920-'21, no. 1.

Ridder, André de, ‘Les Hollandais chez Giroux’, Sélection, II, 1921-'22, 207-213.

Ridder, André de, Jan Sluyters, Amsterdam, 1922.

Rivière, J., ‘Le Salon des Indépendants’, La Nouvelle Revue Frauçcaise, 1912, 890-893.

Roland Holst, R.N., Over Kunst en Kunstenaars, Amsterdam, 1927.

Roland Holst, R.N., In en buiten het Tij, Amsterdam, 1940.

Romains, Jules, Le Fauconnier, Amiens, 1921.

Saalborn, A., ‘Piet Mondriaan en de anderen’, De Kunst, IV, 1911-'12, 4 nov. 1911, 74-77.

Salmon, André, La jeune peinture française, Parijs, 1912.

Salmon, André, L'air de la butte, Parijs, 1945.

Sandberg, H.W., ‘Conrad Kickert’, Morks Magazijn, 1931, 185-192.

Schilperoort, Tom, ‘Kees van Dongen’, Op de Hoogte, II, 1905, 735-739.

Schmidt, G., Franz Marc, Botschaften an den Prinzen Jussuf, München, 1954.

Schoenmaekers, M.H.J., ‘Gedachtenleven in moderne kunst’, Holland Express, VII, 1914, 477-478.

Scheyer, E., ‘Expressionism in Holland’, Maandblad voor Beeldende Kunst, XXVI, 1950, 286-305.

Schreyer, L., zie Walden, Nell.

Seuphor, M., L'art abstrait, ses origines, ses premiers maîtres, Parijs, 1949.

Seuphor, M., ‘Piet Mondrian’, Magazine of Art, XXXXV, 1952, 216-223.

Seuphor, M., Piet Mondrian, life and work, Amsterdam, z.j.

Signac, Paul, D'Eugène Delacroix an Néo-Impressionnisme, 2de dr., Parijs, 1911.

Simons, G., ‘Jan Sluyters (een “Prix de Rome”)’, De Hollandsche Revue, XI, 1906, 32-35.

Slagter, J., ‘G.W. van Blaaderen’, Elseviers Geïll. Mschr., LXXL, 1926, 305-313.

Slagter, J., Leo Gestel, 's-Gravenhage, 1946.

Sluyter, G., De moderne grafiek in Nederland en Vlaanderen, Amsterdam, 1928.

Sluyterman, K., ‘Herinneringen aan de Haarlemsche school voor Kunstnijverheid’, Elseviers Geïll. Mschr., XXX, 1905, 75-92.

Sluyters, Jan, ‘Van Dongen en de Kritiek’, De Kunst, III, 1910-'11, 17 juni 1911.

Sluyters, Jan, ‘Zijn schilderijen hebben niets vreemds’, Cat. Vincent van Gogh 1853-1953, Otterlo-Amsterdam, 1953.

Smissaert, H., Nederland in den aanvang der twintigste eeuw, Leiden, 1910.

Speenhoff, J.H., ‘Herinneringen (Kees van Dongen)’, Groot Nederland, XXXVII, 1939, 2de dl., 333-344.

Steenhoff, W., ‘Tentoonstelling St. Lucas’, Onze Kunst, XI, 1907, 273-274.

Stein, Gertrude, The autobiography of Alice B. Toklas, London, 1947.

Stuiveling, G., Een eeuw Nederlandse letterkunde, Amsterdam, 1948.

[p. 346]

Sweeney, J.J., Piet Mondriaan, New York, 1948.

Tak van Poortvliet, Marie, Jacoba van Heemskerk, Sturm-Bilderbuch, VII, Berlijn, 1924.

Talma, P., zie Wijnschenk Dom, C.A.

Thys, W., De Kroniek Van Tak, Gent, 1955.

Toorop, Jan (vert. A. de Ridder), Le Fauconnier, Amsterdam, z.j.

Uhde, W., Von Bismarck bis Picasso, Zürich, 1938.

Van Onzen Tijd, 's-Hertogenbosch-Amsterdam, jrg. XIII-XIV (1912-1914).

Venturi, L., Histoire de la critique d'art, Brussel, 1936.

Vermeulen, F., ‘Kunst en Kuischheid’, De Kunst, IV, 1911-'12, 21 oct. 1911.

Vermeulen, F., ‘Tentoonstelling Jan Sluyters, Kunsthandel Schüller en Eisenloeffel’, Holland, I, 1913-'14, afl. II, 78-79.

Veth, C., ‘De futuristen bij Biesing in Den Haag’, Elseviers Geïll. Mschr., XLIV, 1912, 246-248.

Veth, C., ‘Open brief aan de cubisten’, Elseviers Geïll. Mschr., XLIV, 1912, 491-492.

Veth, C., ‘W. Kandinsky’, Elseviers Geïll. Mschr., XLV, 1913, 197-199.

Veth, C., ‘Werken van Van der Leck bij Walrecht, Den Haag’, Elseviers Geïll. Mschr., XLVI, 1913, 76-78.

Veth, C., ‘Moderne Kunstkring’, Elseviers Geïll. Mschr., XLVI, 1913, 479-481.

Viola, Maria, ‘Toorop’, Van Onzen Tijd, XIV, 1913-'14, 313-316 en 341-343.

Visser, H.F.E., ‘De literatuur over Vincent van Gogh’, De Beweging, III, 1, 1917, dl. I, 322-240.

Visser, H.F.E., ‘Neuere Holländische Malerei’, Das Kunstblatt, II, 1918, 314-323.

Vogelsang, W., ‘Jan Toorop’, Onze Kunst, V, 1904, 175-189.

Vogelsang, W., ‘Tentoonstelling St. Lucas in het Stedelijk museum’, Onze Kunst, VI, 1904, 51-53.

Vogelsang, W., ‘Tentoonstelling Vincent van Gogh’, Onze Kunst, VIII, 1905, 59-68.

Vogelsang, W., Erich Wichman tot 1920, Amsterdam, 1920.

Vogelsang, W., Veertig jaren kunstgeschiedenis aan de universiteit te Utrecht, Utrecht, 1947.

Wagner, Annie, ‘Kunstenaars te Veere’, Mededelingen Gemeentemuseum Den Haag, X, 1956, no. 2, 67-75.

Walden, Nell en Schreyer, L., Der Sturm, Baden-Baden, 1954.

Wall Perné, G. van de, ‘Eenige opmerkingen over hedendaagsche schilderkunst’, De Kunst, I 1909, no. 61.

Warnod, A., Ceux de la butte, Parijs, 1947.

Warnod, A., Fils de Montmartre, Parijs, 1955.

Wendingen, IX, 1928, no. 9, gewijd aan de werken van Johan Thorn Prikker, samengesteld door H.C. Verkruysen, tekst van J.W.H. Leuring.

Wichman, E., ‘Tentoonstelling van den Modernen Kunstkring’, Holland, I, 1913-'14, afl. VIII, 50-54.

Wichman, E., ‘Aanteekeningen. Franz Marc’, Holland, I, 1913-'14, afl. IX, 83-84.

Wichman, E., ‘Aanteekeningen. Cubisme in Nederland’, Holland, I, 1913-'14, afl. XI, 4.

Wichman, E., ‘Erster Deutscher Herbstsalon te Berlijn’, Holland, I, 1913-'14, afl. IX, 61-64.

[p. 347]

Wichman, E., en Dake, C.L., Nieuwe richtingen in de schilderkunst (cubisme, expressionisme, futurisme etc.), Baarn, 1914.

Wilenski, R.H., Modern French Painters, 5de dr., Londen, 1947.

Wilmon-Vervaert, ‘Exposition Internationale du Cercle de l'Art Moderne, Musée Municipal, Amsterdam, nov.-dec, 1913’, De Kunst, VI, 1913-'14, 8 nov. 1913.

Wingler, H.M., Der Blaue Reiter, Feldafing, 1954.

Wingler, H.M., Künstler und Poeten, Feldafing, 1954.

Wingler, H.M., Der Sturm, Feldafing, 1955.

Wingler, H.M., Oskar Kokoschka, Salzburg, 1956.

Wolf, N.H., ‘St. Lucas, 19de jaarlijksche tentoonstelling van werkende leden’, De Kunst, I, 1909. no. 63, 64, 65 en 67.

Wolf, N.H., ‘Open brief aan Professor Carel L. Dake’, De Kunst, I, 1909, no. 81.

Wolf, N.H., ‘Twintigste jaarlijksche tentoonstelling van St. Lucas, Stedelijk museum’, De Kunst, II, 1909-'10, no. 118-122.

Wolf, N.H., ‘St. Lucastentoonstelling, Stedelijk museum’, De Kunst, III, 1910-'11, 29 april en 6, 13 en 20 mei 1911.

Wolf, N.H., ‘De Modernen in het Stedelijk museum’, De Kunst, IV, 1911-'13, 28 oct. 1911.

Wolf, N.H., ‘Tentoonstelling St. Lucas, Stedelijk museum’, De Kunst, IV, 1911-'12, 23 en 30 dec. 191

Wolf, N.H., ‘Jan Sluyters, Kunstzaal Meijlink, Rotterdam’, De Kunst, IV, 1911-'12, 23 maart 1912.

Wolf, N.H., ‘De Futuristen’, De Kunst, IV, 1911-'12, 27 juli en 10 aug. 1912.

Wolf, N.H., ‘Moderne Kunstkring’, De Kunst, V, 1912-'13, 12, 19 en 26 oct. 1912.

Wolf, N.H., ‘St. Lucas. Tentoonstelling Stedelijk museum’, De Kunst, V, 1912-'13, 16 nov. 1912.

Wolf, N.H., ‘Dirk Gootjes, concert in de foyer van het Concertgebouw, 23 dec. 1912’, De Kunst, V, 1912-'13, 28 dec. 1912.

Wolf, N.H., ‘J.H. Speenhoff als schilder’, De Kunst, V, 1912-'13, 11 jan. 1913.

Wolf, N.H., ‘Tentoonstelling Leo Gestel, Kunstzaal Schüller, Den Haag’, De Kunst, V, 1912-'13, 15 maart 1913.

Wolf, N.H., ‘Futuristen. Rotterdamsche Kunstkring’, De Kunst, V, 1912-'13, 31 mei 1913.

Wolf, N.H., ‘Naar Domburg!’, De Kunst, V, 1912-'13, 18 aug. 1913.

Wolf, N.H., ‘Rensburg's Faust’, De Kunst, VI, 1913-'14, 11 oct. 1913.

Wolf, N.H., ‘Schilderkunst en Kritiek’, De Kunst, VI, 1913-'14, 21 febr. 1914.

Wolf, N.H., ‘E. Wichman’, De Kunst, VI, 1913-'14, 30 mei 1914.

Wijngaerdt, P. van, De hedendaagsche stroming in de Schilderkunst, Bussum, 1916.

Wijnschenk Dom, C.A. en P. Talma, Over de nieuwe kunst (vier lezingen), uitg. ‘De Nieuwe Kring’, Bergen, 1917.

Wijsenbeek, L., ‘Jan Toorop, de schilder’, Mededelingen van de Dienst voor Schone Kunsten der Gemeente 's-Gravenhage, IX, 1954, 55-57.

Zilcken, Ph., ‘Johan Thorn Prikker’, Elseviers Geïll. Mschr., XXIV, 1902, 147-160.