Vaderlandsche historie. Deel 23
(1789)–Petrus Loosjes Azn.– Auteursrechtvrij't Wordt als nooit gedaan aangemerkt.Zeer stonden de Volmagten van dat Kwartier versteld, daar het zo wyd mogelyk buiten de gissing dier Voorbaarigen liep. Op het stuk geraadpleegd hebbende, bragten zy, als hun Kamer-advys, by dezelve Meerderheid als vooren genomen, in, dat één der Leden het bekende Voorstel gedaan hebbende, de Meerderheid, op gedaane Omvraage, alleen verklaard hadt, wel te mogen lyden dat het aan het Mindergetal werd mede gedeeld, en verder in de Kwartieren gebragt, zonder dat 'er iets meerder gedaan, of eenig verder Besluit daaromtrent genomen, veel min 't zelve te boek gesteld was, dan dat dit schriftlyk Opstel zo eenvoudig aan de beide Heeren van het Mindertal, ten einde daar op te overleggen, was mede gegeeven, betuigende alle de Leden van het Kwartier, dat zy niet het minste van dat Voorstel geweeten hadden, eer 't zelve, op 't alleronver- | |
[pagina 369]
| |
wagtst, in hnnne Vergaderinge gedaan was. Dat het Kwartier, thans verstaande de welmeeningen van hunne doorlugtige Hoogheden, om zich stipt te houden by het Reglement van Voogdyschap, daar in ten vollen beruste, en het Voorstel aanmerkte als nooit gedaan. Voorts namen zy op zich den Stadhouder te schryven, en der Vorstinne voldoening te geeven. De Gecommitteerden in 't Mindergetal deeden haar de weete van 't beslootene, waar in zy volkomen genoegen namGa naar voetnoot(*). |
|