nen kant, zodanige maatregels hadden genomen, als strekken konden tot hunne eigene veiligheid, indien zy van de Hollanders onverhoeds werden aangetast. Dat deezen eerst met één, vervolgens met nog zes of zeven Schepen, op de Rivier de Ganges waren gekomen, terstond zich van verscheide Engelsche Schepen en Bezittingen meester gemaakt en daarenboven een Leger van zeven honderd Europeaanen, met eenige honderden Inlanders, in de wapenen gebragt hadden, om de Engelsche Sterktens en Koopkantooren te overweldigen. Dat zy, egter, in hunne onderneemingen kwalyk slaagende, zo wel te Water als te Lande, door de Schepen en Krygsmagt der Engelsche Maatschappye, werden overwonnen, en genoodzaakt, haar om Vrede te vraagen, met bekentenisse, van den aanval te hebben begonnen, en belofte om de geledene schade te boeten.