en eene verbreeking van het Regt der Volken, volgens 't welk alle Staatsdienaars, met een openbaar Character bekleed, voor hunne Persoonen, Bedienden, en Goederen, in veiligheid moesten weezen, overal waar zy zich bevinden, en inzonderheid aan Hoven, die hun als zodanig erkend hadden, gelyk het geval was, des Graven van wartensleben. Zy beklaagden zich deswegen ten hoogsten, en gaven hunne gevoeligheid den Landgraaf te kennen, verwagtende dat deeze, ten spoedigsten, 't aangedaane ongelyk zou beteren, hun Staatsdienaar teffens op vrye voeten stellen, zonder hem, zyne papieren, of goederen, in 't minste te ontrusten, vorderende teffens eene Voldoening geëvenredigd aan het Ongelyk.
Op den eigen dag, wanneer de Algemeene Staaten dit Besluit namen, den één - en - twintigsten van Slachtmaand hadt, de Graaf van wartensleben zyne vryheid weder bekomen: waarschynlyk door de tusschenspraak des Keurvorsts van Mentz, die de zaak zo zeer ter harte nam, als of men de veiligheid van zyn eigen Character hadt geschonden, en zyne gevoeligheid over den hoon, onze Staat in 't Character van deszelfs Gezant aangedaan, in eenen Brieve den Landgraave te kennen gaf.