afgeloopen Jaars te Frankfort overleden, hadt hem aangesteld tot Uitvoerder van haaren Laatsten wil; in die hoedanigheid eenige goederen willende invorderen, vervoegde hy zich by den Landgraaf van Hessen-Cassel, en werd daar toe geregtigd; doch, by 't gebruik maaken van dit regt, reezen 'er eenige geschillen. De Regeering verbeeldde zich, dat hy 't zelve te verre uitstrekte, verzette 'er zich tegen, en nam eenige goederen in beslag. Het bleef hier niet by. Uit vreeze, dat de Graaf de Naalaatenschap der Baronesse uit het Land zou vervoeren, kon de Regeering, met den Landgraaf, goedvinden, hem in zyn eigen huis vast te houden, rotting en degen af te neemen, zyne papieren te onderzoeken, een Geschrift daar uit te ligten, en te beletten een Boode naar den Haag te zenden, om den Staat van deeze geweldenaaryen te verwittigen.